Mr Th. F. Raedt, voor de zitting van het Kantongerecht begon, een redevoering gehouden. Aanplakbiljetten in de stad Steeds meer aanplakbiljetten werden in de stad opgehangen. Bijzondere aandacht trokken de gekleurde platen, welke ge richt waren tot de Engelschen en Canadeezen als welkomst groet. Op één dezer stond een rood-wit-blauwe molen met wieken, gemaakt van de vlaggen der geallieerde mogendheden. 'The soldiers of the Netherlands underground forces greet the soldiers of the united nations.' Op een andere plaat was een weg afgebeeld, waarlangs tallooze vlaggen wapperden; een soldaat stond op een zwaard, welke als een weg was aange geven. 'Free Holland welcomes the soldiers of the allies' waren de opschriften. Dan hingen er gekleurde platen in de stad, welke tot doel hadden de jongemannen op te roepen Indië te helpen vrij maken of het publiek op te wekken het werk van Nederlandsch Volksherstel te steunen. Aardig was de plaat, bestemd voor de kinderen van Nederland. In een poppenhuis waren de Prinsesjes afgebeeld en zij zeiden 'Wij zijn'zoo blij, dat we terug kunnen komen. Vader en moeder hebben ons zooveel over jullie verteld. Tot heel gauw dus. Trix, Irene en Margriet.' Gewestelijk Arbeidsbureau gesloten Het Gewestelijk Arbeidsbureau met zijn bijkantoren in IJmuiden, Beverwijk en Hoofddorp was, om een zuivering van het personeel te kunnen doorvoeren, gesloten. Voorloopig waren 24 ambtenaren geschorst en 28 ontslagen, waaronder de directeur, die lid van de N.S.B. was en in hechtenis was genomen. Res.-luit. Lenaerts als vertegenwoordiger van den Militairen Commissaris, nam tijdelijk de directie waar. Dins dag 15 Mei volgde de mededeeling, dat de beurs heropend was. Droeve plechtigheid op de begraafplaats Bij een arrestatie van een N.S.B.-erhadde poli tie-man JC. Zijdeveld een schot gekregen, waardoor hij het leven verloor. Dezen middag is zijn stoffelijk overschot op de Algemeene begraafplaats aan de Kleverlaan ter ruste gelegd. - I2Ö -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1944 | | pagina 174