- i37 - avond schaken. Van de geneugten van Woestduin spreekt een gedicht van Van de Linde uit 1845, toen Van Lennep door allerlei oorzaken, tot groot leed van hem en zijn geheel gezin Woestduin niet meer kon inhuren. Zijn vrouw troostte zich met de verzorging van haar stadstuin achter het smalle woon huis Keizersgracht 568 te Amsterdam. De ode op Woestduin begint als volgt: Het heugt mij nog hoe aan de vyeverzoomen Op 't mollig gras van 't vriendelijke Woestduin, In koele schauw der breedgetakte boomen, (Elk met een pet of tuinhoed op de kruin En met een pijp in 't peinzend aangezicht) Van menig diep geheim ons hart zich heeft verlicht. In 1874 werd Woestduin voor 71.000 en groot 48 bunders aangekocht door Jhr Volkert Barnaart, tegelijk bezitter van het Huis de Vogelenzang. Op den zuidoosthoek van Vinken- duin plaatsten Barnaart en Mr H. S. van Lennep waar schijnlijk de nog daar bestaande grenssteenen gemerkt B. en Mj. Later was het tijdelijk in het bezit van den Haarlemschen archivaris Mr A. J. Enschedé. In 1901 kwam Woestduin in handen van de Mij Renbaan Woestduin, onder directie van Mr Jm. van Stolk. De tuin architect L. Springer kreeg de renbaan en de nieuwe wegen aan te leggen. Het groote huis werd Hotel Restaurant en voor den directeur werd een huis in het bosch gebouwd. Langen tijd werden de rennen hier druk bezocht tot in 1910 een christelijk ministerie voor het geheele land de harddraverijen op Zondag verbood. Het kwam toen in handen van verschillenden. Zoo werd het in 1919 van een Koremans gekocht door P. Dorhout Mees, die het voor het eerst winter en zomer bewoonde, doch toen deze in 1921 Leiduin betrok, verkocht hij Woestduin in 1923 aan J. Dolleman, die er in 1940 stierf. Dolleman kocht alleen het witte huis met bijgebouwen tezamen 3 a 4 ha groot. De renbaan, stallen en het bosch met daarin staande ge bouwen tezamen 33 ha was het eigendom van H. Smidt van Gelder, die dit tezamen in 1940 verkocht aan G. H. Laan. Deze deed het huis van Van Stolk gedeeltelijk sloopen en de rest tot chauffeurswoning inrichten. Van het overgebleven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1944 | | pagina 187