- 8 -
ondanks zijn verblijf elders onverflauwd en hoe goed deed het
hem weder eens een Haarlemmer te ontmoeten en met hem
vooral over onze Vereeniging te kunnen praten. Alle drie laten
in de uitgaven van onze Vereeniging hun pennevruchten
achter als tastbaar bewijs hoezeer zij voor onze stad leefden. In
den aanvang van het jaar (7 Februari) overleed te Steenwijk
onze oprichter Prof. Ir J. A. G. van der Steur, die van
1901-1907 bestuurslid was. In dit jaar verliet hij Haarlem om
zich aan den bouw van het Vredespaleis te 's Gravenhage te
wijden. Vele huizen en gebouwen door hem ontworpen laat hij
in onze stad na; voor ons is hij het best bekend door zijn schit
terende uitgaaf'Oude Gebouwen', welk werk nog wel op onze
lijst voorkomt, al is het sedert kort uitverkocht. Mogen zij ge
vieren na een werkzaam leven rust vinden in het Vaderhuis.
Een meer uitvoerige nagedachtenis zult ge in het Jaarboek
kunnen lezen. Daarin zullen ook andere bekende Haarlem
mers worden herdacht, helaas een lange lijst, daar velen hun
tol aan dgn oorlog moesten betalen. Volstaan wij daarom hier
met het noemen van hun namen:
Dr Jac. P. Thijsse, J. P. Guépin, H. D. Tjeenk Willink,
Ir J. J. Borren, Mr A. S. Miedema, Ch. L. F. Sarlet, D.
J. A. Westerveld, C. ten Boom, Arts P. Ozinga, H. Heuff,
oud-Plebaan L. Westerwoudt.
Daarnaast noemen wij nog Prof. Dr J. Huizinga, in zijn
jonge jaren leeraar aan de H.B.S. hier ter stede en schrijver
van onze uitgaaf 'De oudste geschiedenis van Haarlem',
helaas geruimen tijd uitverkocht, Ir G. A. Kessler, president
directeur van het Hoogovenbedrijf, Zr Hortense, rectrice van
het R.K.Meisjes Lyceum, den oud-hoofdinspecteur van Open
bare Werken H. J. Zuurendonk (in de illegaliteit bekend
onder den naam 'Oom Henk'), H. F. Oets, onderwijzer aan
de Führopschool, J. Nienhuis, hoofd-coach van de Haarlem-
sche Roei- en Zeilvereeniging 'Het Spaarne', P. Frisius de
Haan, oud-leeraar Duitsch aan de H.B.S. en tenslotte H. M.
van Bemmelen, voorzitter van de Vereeniging Onze Vloot,
directeur van de Voorschotbank en bestuurder van de Hulp
bank hier ter stede.
Mr G. M. J. de Jongh, die in November 1941 vrijwillig zijn
mandaat ter beschikking stelde, keerde in Juli 1945 onverlet
op de voor hem opengehouden plaats terug, terwijl de heeern
A. J. M. van Os en G. W. D. Vrijland als nieuwe leden tot