de zetel onzer Vereeniging. De meest kostbare stukken uit de verzameling vonden tijdelijk een veilig onderdak in het Ge meente-archief en keerden in den zomer terug. In het begin van het jaar zag onze concierge C. F. Smit zich genoodzaakt zijn functie neer te leggen, daar andere bezig heden hem te veel bezet hielden; we vonden den heer B. Cornet bereid hem op te volgen. De heer W. P. J. Overmeer, die op i October tezamen met den heer Mr de Jongh ruim 120 leden door de Hoofdwacht leidde, meende het oogenblik aangebroken om het samen stellen van de jaarkronieken aan zijn zoon, A. Overmeer, over te dragen. Met 1943 heeft de heer Overmeer Sr dezen arbeid afgesloten, die later van onschatbare waarde zal blijken te zijn en waarvoor wij den ijverigen en nauwgezetten werker niet genoeg kunnen danken. Met gerust hart legden wij deze taak in de handen van zijn zoon, die 'nourri dans le sérail' zijn arbeid met even groote nauwkeurigheid heeft aangevangen. Zooals ge allen weet had de bezetter in en om Haarlem vele zoogenaamde tankgrachten laten graven, waaronder één dwars door Den Hout. Het Gemeentebestuur van Haarlem vroeg ons om advies over het in stand houdenvan het westelijk gedeelte van dezen waterloop. De bestuurderen van Haerlem achtten deze aangelegenheid van zoo groot belang, dat zij op korten termijn een commissie samenstelden, waartoe zij niet alleen technici, maar ook kunstenaars, architecten en om wonenden uitnoodigden. Deze commissie bestond uit de volgen de personen: Mej. Ir E. F. van den Ban, de heeren M. S. Andriessen, A. D. Huysman, H. Moerkerk, R. Peereboom, A. P. Smits, Jhr F. Teding van Berkhout, Ir J. H. Telders; Mej. Dr G. H. Kurtz, Mr C. M. J. de Jongh, beiden be- hoorende tot ons bestuur, met onzen Voorzitter en Secretaris. Deze commissie diende B. en W. zeer uitvoerig van antwoord in een met vele redenen, adviezen en door teekeningen toe gelicht schriftuur om deze Moffengracht (pendant van de Spanjaardslaan, herinnering aan een vijand uit vroeger dagen) te behouden. Helaas is het anders geloopen, daar een tegen overgesteld advies door een gemeentelijke commissie werd ge geven, dat het College van B. en W. heeft gemeend te moe ten volgen. Zoodoende is De Hout thans weder geëffend, wellicht iets te vlak, en behoort dit 'kuituurmonument' tot het verleden. -io-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1944 | | pagina 20