Lid van de Provinciale Staten hield hij op te zijn in 1922,
tengevolge van zijn verkiezing tot lid van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, als hoedanig hij tot 14 September 1935
fungeerde.
Tijdens zijn wethouderschap werd hij, in verband met de
op handen zijnde annexatie van Schoten, waarnemend burge
meester dier gemeente, welk ambt hij uitoefende totdat
Schoten op 1 Mei 1927 aan Haarlem werd toegevoegd.
Naast de vele bestuursfuncties, die hij vervulde uit hoofde
van zijn wethouderschap, zooals het presidium van het
College van Regenten van het Groote of St. Elisabeth's Gast
huis, van het Burgerlijk Armbestuur en van de Commissie van
Beheer van den Stadsschouwburg, werd hij betrokken in de
leiding van vele plaatselijke en landelijke organisaties, zoowel
op algemeenen, niet-confessioneelen grondslag, als van spe
cifiek Roomsch Katholieke signatuur.
Het is ondoenlijk een volledige opsomming te geven, doch
ter kenmerking van zijn persoonlijkheid en van de richting van
zijn belangstelling dienen toch wel enkele van de voornaamste
gememoreerd te worden.
Zoo was hij na aanvankelijk bestuursfuncties van lagere
orde te hebben waargenomen, Voorzitter van het Bestuur der
Risico-Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, Voor
zitter van Commissarissen der Centrale Werkgevers-Risico-
bank, Onder-Voorzitter van het Bestuur van Centraal Be
heer, Voorzitter van de Noordhollandsche Vereeniging tot
bestrijding van de Tuberculose, Voorzitter van de Afdeeling
Haarlem van het Nederlandsch Genootschap tot zedelijke
Verbetering der gevangenen, lid van het Hoofdbestuur van dit
Genootschap, President van den Reclasseeringsraad te Haar
lem, Ondervoorzitter van het Hoofdbestuur van 'Het Liefde
werk Oud Papier', Voorzitter van de Vereeniging tot rust-
verschaffing aan R.K. Verpleegsters, Bestuurslid van de af
deeling Haarlem van het Nederlandsche Roode Kruis (1911-
1940), Voorzitter van het Bestuur der R.K. Schoolvereeni-
ging te Haarlem en, bij herhaling, totdat telkens de regle
mentaire bepaling tot aftreden, zonder mogelijkheid van on
middellijke herbenoeming, dwong: curator van het Stedelijk
Gymnasium, en Voorzitter van de Vereeniging A.V.O. (Ar
beid voor onvolwaardige arbeidskrachten).
Deze onvolledige, doch toch reeds respectabele lijst, waaraan