steeg ten top, wat altijd in hem aanwezig was, een zekere
blijde humor, iets, wat mij wel deed denken aan het spinnen
van een poes. Met een onverholen, kinderlijke ijdelheid kon hij
van het leven genieten; hij had oog en gevoel voor alle schoon
heid, waarmee hij in aanraking kwam, tot aan het slot van
zijn leven toe. Zijn Indische collectie, die gelukkig grooten-
deels bewaard en intact bleef in het Indische Instituut, zijn
reis-mémoires, gedichten en foto's uit dien laatsten Indi-
schen tijd, alles getuigt van zijn diepe liefde voor wat ons
koude, arme leven warm en tevens rijk kan maken. Ik ben de
eenige niet geweest, die mij daardoor verkwikt heb gevoeld.
Hoewel ik, door vriendschap gedreven, weinig meer kan
doen, dan in enkele, vage trekken iets van de sfeer op te
roepen, die zijn persoonlijkheid omringde, acht ik het een
voorrecht, dat te hebben mogen doen in een Jaarboek, gewijd
aan de stad, waar de heer van der Wilk heeft geleefd en ge
werkt. Het is goed, een oogenblik stil te staan bij de nage
dachtenis van dezen ouden stadgenoot. Dit is wel het kleinste
monument, dat voor hem kan worden opgericht in de oude,
hem zoo vertrouwde omgeving, waar hij ook na zijn terug
keer van Bali tot aan zijn dood gewoond heeft. Daarom was
ik blij, deze regels te kunnen schrijven. Moge er onder Haar-
lemsche lezers menige oud-leerling zijn, in wiens hart zij weer
klank vinden.
A. F. de Savornin Lohman,
leerling 6-de klasse 1913-1914
- 27 -