ALEXANDER FREDERIK KREMER
18 Mei 1874 - 20 Mei 1944
Den 2oen Mei 1944 overleed te Ascona in Zwitserland een
bekend Haarlemmer, Alexander Frederik Kremer. Het
was midden in het krijgsrumoer, dat de tijding ons bereikte:
eene korte advertentie, waaruit bleek, dat hij reeds lang ten
grave was gedragen. Velen lazen haar, verwijlden eenige
oogenblikken met hunne gedachten bij den overledene en
wijdden zich weder aan hunne zorgen, de dagelijksche zorgen
van den oorlogstijd met zijne nooden: 'Hoe kom ik aan dit,
hoe kom ik aan dat?'
Immers, de oorlog nam ons geheel in beslag, de oorlog en
nog eens de oorlog. En herinneringen vervliegen snel: de
overledene was toch al tien jaren in het buitenland gevestigd.
Ja, velen deden zoo, maar lang niet allen. Er waren toch
ook de talrijken, wien hij zijne vriendschap gegeven had en de
zeer velen, die hij door zijne hulp aan zich had verplicht.
Voor hen was het overlijdensbericht iets anders dan één uit de
vele, die dagelijks de kolommen onzer dagbladen vullen. Zij
herinnerden zich met dankbaarheid, wat hij voor hen was ge
weest, toen hij nog een bekend stadgenoot was - 'stad' ge
nomen in den ruimen zin van 'groot-Haarlem', waartoe men
ook zijne woonplaats, Bloemendaal, kan rekenen. Zij her
innerden het zich en zullen het zich blijven herinneren.
En een bekend stadgenoot was hijWie kent niet zijne zaak,
reeds drie geslachten van vader op zoon overgegaan en door
hem tot grooten bloei gebracht, dank zij de groote handels
kennis, die hij zich eigen maakte op bekende kantoren te
Frankfort, Marseille en Londen, waarop hij zich als jonge
man, na het verlaten der school, eene plaats wist te verschaffen?
Wie herinnert zich niet zijne markante persoonlijkheid? Ook
door zijne belangstelling voor de publieke zaak was hij in
wijden kring bekend: de Kamer van Koophandel telde hem
onder hare vooraanstaande leden en, in 1923 in den gemeente
raad van Bloemendaal gekozen, zag hij zijne gedegen ad
viezen in 1932 beloond met zijne verkiezing tot wethouder.
De vervulling van dit ambt gaf hem veel voldoening. Meer
malen heeft hij zich tegenover schrijver dezes uitgelaten, dat hij
de verhouding in het College van B. en W. zoo prettig vond en