JAN ROES
21 Januari 1863 - 12 Juni 1944
Jan Roes werd in 1863 te Krommenie geboren en overleed
in het jaar 1944 te Zeist, doodgeschoten door een beschonken
lid van de bezettende weermacht, die hij onbevreesd met een
stok aanviel, toen deze zijn dochter bedreigde. Op 81-jarigen
leeftijd is hij zoo strijdende gevallen, zooals hij ook strijdende
heeft geleefd.
Hij was een zeer bijzondere persoonlijkheid met een buiten
gewoon scherp verstand en een helder inzicht in de problemen
van zijn vak, waarvan hij als een der pioniers moet worden
beschouwd.
Zijn vader was een kleine kweeker en handelaar in groen
ten en bloembollen. Hij had gaarne medicijnen gestudeerd,
maar aangezien de financiën hiervoor een bezwaar op
leverden, moest hij zijn eigen loopbaan opbouwen.
Na zijn militairen dienstplicht te hebben vervuld, kwam hij
in dienst bij de fa. van Meerbeek Co te Hillegom, destijds
een der meest bekende kweekerijen van bloembollen, vaste
planten en kasplanten.
Zijn aangeboren neiging tot onderzoek deed hem zich
werpen op de cultuur van de moeilijkst te teelen gewassen. Hij
had zich door zelfstudie met behulp van privaatlessen de
moderne talen eigen gemaakt en de studie, ook van de buiten-
landsche vakliteratuur, bracht hem naar voren als specialist op
het gebied van die gewassen, die niet door iedereen werden
geteeld.
Zelf schreef hij veel in de vakpers; hij was een voorvechter
van alles wat tot verbetering en het inslaan van nieuwe banen
kon leiden. Hij had een zeer critischen geest en was fel in zijn
oordeel, waar hij meende onrecht te zien. Door zijn groote
eerlijkheid verwierf hij een groote hoogachting bij zijn vrien
den en vakgenooten. Meermalen werd hij gekozen in het
Hoofdbestuur der Algemeene Vereeniging voor Bloembollen
cultuur, waarin hij tot onder-voorzitter werd benoemd. Hij
nam een belangrijke plaats in in de Commissies voor nomen
clatuur, vooral voor de tulpencultuur en de cultuur van het
zgn. bijgoed en ook in de Royal Horticultural Society werd
zijn groote kennis zeer gewaardeerd.