KAREL HENDRIK KERKHOFF
io Augustus 1878 - 22 November 1944
Nog een die het eind der oorlogsverschrikkingen niet be
leven mocht. Na een kort ziekbed werd hij in den nijdigen
voorwin ter van '44, die ons naar het dieptepunt voeren zou
alvorens de zon der bevrijding zou opgaan, aan de zijnen
ontrukt.
Zijn appèl voor de eeuwigheid gebeurde op St. Caecilia-dag,
jaarfeest van het muzikantendom.
Aan zijn baar werd gesproken over 51 dienstjaren bij de
Griffie van de Arrondissements-Rechtbank en over trouwe
plichtsbetrachting in dezen dienst. Maar meer nog, en na
drukkelijker, werd er gewaagd over muziek en muziekbeoefe
ning, over liefde voor de toonkunst en dienenden ijver in het
rijk der muzikale schoonheid.
En van achter een gordijn klonken de variaties uit Schuberts
posthume strijkkwartet in d kl.t.: muziek die als een Jacobs-
ladder den hemel met de aarde verbindt.
Hoe vaak zou hij in zijn leven bij het vertolken dezer ethe
rische klanken dezelfde ontroering ondergaan hebben, die
ons daar bij zijn doodsbaar aangreep, hij die zulk een diep-
gevoelige muzikale ziel bezat en die zoo hartstochtelijk opging
in het mooiste wat de toonkunst te bieden heeft: de vier
eenheid van strijkinstrumenten, het edele kwartetspel?
Zoo werd Karel Kerkhoff ten grave geleid, omdat het zóó
hoorde, omdat de zangzieke muzen die bij zijn wieg gestaan
hadden en die hem zijn leven lang vergezelden, hem nu ook
dienden uit te leiden.
ttt
Het scheen voorbeschikt dat K. H. Kerkhoff beroeps
musicus zou worden; hij had al twee oudere broers in het vak
en hij wenschte niets liever dan dezelfde loopbaan te volgen.
Op zijn negende jaar begon hij met de vioolstudie en nauwe
lijks was hij twaalf of hij werd reeds in het orkest van Kriens
geplaatst als 2e viool. Als neveninstrument ging hij nu ook
hoorn spelen.
Maar toen Karel veertien jaar was, wilde zijn vader hem
van levensrichting doen veranderen. Het was echter te ver