- 4i -
couranten' (Gidsartikel), waarvoor hij o.a. de berichtgeving
in de 'Oprechte Haarlemsche Courant' bestudeerde. Een
boek 'Willem van Oranje en de Wording van de Nederlandse
staat', dat uitgegeven wordt door de firma Meulenhoff te
Amsterdam is op het oogenblik, dat wij dit schrijven, nog ter
perse.
Berkelbach was er echter de man niet naar, om het
middelpunt van zijn leven uitsluitend in zijn studeerkamer te
zoeken. Van 1923-1930 was hij leeraar - na 1928 ook con
rector - aan het gymnasium te Gorinchem, daarna tot zijn
dood aan het gymnasium (alsmede aan de H.B.S.-en Ben A) te
Haarlem. Dat hij groote belangstelling had voor de methodiek
van het geschiedenisonderwijs, blijkt uit de schoolboeken, die
van zijn hand verschenen-nl. 'Volken en Tijden' (3 dln, 1932
en vlg. jaren) en die tot de beste behooren, die er bestaan.
Meer: hij interesseerde zich voor zijn leerlingen en voelde
zich verantwoordelijk voor ze. 'Stipt eerlijk, door-en-door
rechtvaardig en - waarschijnlijk in verband daarmee ont
zaglijk plichtsgetrouw': dat was het oordeel, dat een oud
leerling, die het weten kon, over hem uitsprak. Een veel
zeggende lof van een jongen man over een oud-leeraar. Welk
een plaats Berkelbach in het corps der Nederlandsche lee
raren innam, bleek ook uit de omstandigheid, dat hij van
1933"'37 voorzitter was van het Genootschap van Leeraren
aan Nederlandsche Gymnasiën.
Toen de naderende Tweede Wereldoorlog zijn schaduwen
reeds over ons werelddeel wierp, gevoelde Berkelbach meer
en meer de verantwoordelijkheid, zijn krachten in te zetten
voor het algemeen belang. Daaraan was het ook te danken,
dat hij de redactie op zich nam van 'De Pelgrimstocht', die
bedoelde ons volk een geschiedenisboek te schenken, dat zon
der de objectiviteit te kort te doen den ontwikkelingsgang
van Christendom en Humanisme toonde tegen de geschied-
vervalschingen van het opstekende nationaal-socialisme, dat
onze beschaving bedreigde. In 1937, toen hij aftrad als voor
zitter van bovenvermeld Genootschap, zooals de Wet van deze
vereeniging voorschreef, werd hij voorzitter van de Haarlem
sche afdeeling van 'Eenheid door Democratie' en bleef dat,
zoolang de werkzaamheid van deze organisatie mogelijk was:
Mei 1940.
Belangrijker bijna en nog meer in zijn lijn was in deze periode