Dr jacobus pieter thijsse
25 Juli 1865 - 8 Januari 1945
Nu ik mij neerzet om een woord van afscheid en herinnering
te schrijven aan een groot Nederlander, staat Dr Jac. P.
Thijsse mij voor den geest met zijn sprankelende oogen, zijn
scherpen kop met zijn neus, die aan Cyrano deed denken, en
met zijn zacht gemoed, zijn belangstelling in alles, wat de
Natuur geven kan en het leven inhoudrijk maakt. Een be
nijdenswaardig geheugen, een opmerkingsgave zooals weini
gen bezitten, zin voor humor, zacht in zijn oordeel, opgewekt
en vol vertrouwen, deed hij eer aan zijn lijfspreuk 'Onbe
kommerd'.
Thijsse leerde ik kennen meer dan 40 jaar geleden. Thijsse
en Heimans gaven hun eerste boekjes uit in een wereld, waarin
slechts zeer enkelen de Natuur rondom hen waardeerden,
met al de geheimenissen en merkwaardigheden, die door
diepere beschouwing aan het leven genietingen geven, aan de
meesten onbekend. Men bestreed toen wel eens zijn populari
seering der Wetenschap, maar nu, terugziende, is het de on
sterfelijke eer van Thijsse en zijn vrienden, aan talloozen den
diepen zin te hebben doen inzien van hetgeen de Natuur om
hen heen inhoudt en aan de jongeren de lust tot studie en
waarnemen te hebben bijgebracht, waardoor bij de tegen
woordige generatie de liefde is ontwikkeld voor de studie der
biologie. Zijn benoeming in 1922 tot Doctor honoris causa in
de Wis- en Natuurkunde legt de getuigenis af, dat de weten
schappelijke wereld zijn verdiensten erkende en is hem de
kroon op zijn levensarbeid geweest.
Door zijn voortreffelijke pen - hij was een bij uitstek be
kwame stylist - door zijn welsprekend woord, is de belang
stelling voor de Natuur gaande gemaakt en daardoor is men
gaan inzien de noodzakelijkheid der Natuurbescherming, op
welk gebied ik met hem heb gearbeid in trouwe samenwerking
welke tot zoo gelukkige resultaten heeft geleid, dat vele reser
vaten werden vastgelegd, maar bovenal, dat bij hoog en laag,
jong en oud, bij overheid en particulieren het besef is bij
gebracht, dat men niet ongestraft de wereld mag berooven
van de schoonheid der Natuur, die voor den mensch een der
onontbeerlijke eischen is voor levensgeluk. Hij heefteen stempel