economisch zwakkeren te steunen in den strijd om het bestaan
en dezen uit de handen van den woekeraar te houden, door
het verstrekken van matige en goedkoope credieten. Ijverig
werkte hij voor contact, voorlichting en controle, opdat de
credieten ten goede mochten komen aan het doel waarvoor
die werden verstrekt. Hij kon toornen wanneer bleek, dat het
bestuur beetgenomen was. Het was hem een vreugde, dat de
Bank in den bezettingstijd door de vijanden ongemoeid werd
gelaten, behalve dan dat de binnenlandsche vijand de Bank
van haar onderdak beroofde, zoodat men elders toevlucht
zoeken moest en vond bij den Armenraad.
In de vele jaren van zijn medewerken hier en elders heeft
hij nuttigen arbeid verricht en door zijn levenshouding bij
gedragen tot den goeden geest tusschen bestuurders der instel
lingen tot op hoogen leeftijd, tot het einde kwam, onverwacht
en snel
Zijn heengaan was voor velen, die met hem samen werkten,
een groot verlies, maar in veel grooter mate voor zijn Echt-
genoote, Kinderen en Kindskinderen.
Toen hij den 25sten Juli 1943 zijn 8osten verjaardag in den
kring zijner familie mocht gedenken en velen daarbuiten van
hunne waardeering mochten blijk geven, bleek duidelijk, dat
de jubilaris geliefd was in eigen kring en zeer gezien bij
vrienden en bekenden.
Hij mocht den leeftijd der zeer sterken bereiken en allen, die
met hem in familie- of andere relatie stonden zullen hem dank
baar gedenken, den man, die zich bescheidenlijk niet op den
voorgrond plaatste, die een scherp verstand bezat, een uit
nemend oordeel had, en zich belangeloos ter beschikking
stelde van misdeelde jeugd en economisch zwakkeren. Zijn
levenshouding was 'Fais ceque doit et advienne ceque pourra'.
Hij mocht de bevrijding van het Vaderland niet beleven.
Het bittere onrecht en de wreedheden, door onze vijanden be
dreven, wogen hem zwaar. Hoe zou hij genoten hebben, als hij
getuige had mogen zijn van het feit, dat ook hier uiteindelijk
recht zegeviert, over onrecht.
J. C. Dirks