- 6o - opstellen geschreven, waaronder die over De Eenhoorn, over den Haarlemschen graveur Hendrik Goltzius, over het Haarlemsche wapen, welke beide laatste destijds in dit jaar boek zijn opgenomen. Hoewel dus geen Haarlemmer van geboorte, heeft hij zich volkomen in onze stad ingeleefd. Zij had, na Friesland, zijn liefde verkregen. Velen, ook die hem niet kenden, zullen zich die typische figuur herinneren, levendig, we zouden zeggen, als het ware laveerend door onze straten zich bewegend. Een aparte ver schijning, vooral in latere jaren: tenger van postuur, met een grijs sikje, den hoed wat scheef voorover, vriendelijk van uiter lijk. Want hij was een vriendelijk mensch, en voor vele be kenden, in het bizonder voor kinderen, die hij ontmoette, had hij altijd een wei-aandoend woord te geef. Toch was Miedema bij lange niet altijd wat men noemt een gemakkelijk man. Zijn Friesche aard verloochende zich nim mer, wanneer de dingen anders verliepen dan hij gemeend had, in strijd kwamen met zijn opvattingen. Dan hield hij on verzettelijk aan die opvattingen vast en deinsde soms niet terug van drastische besluiten. Hij was een persoonlijkheid vol geestkracht en opgewektheid, welke hem in de jaren van ver ergerende doofheid, evenmin als in zijn ernstig en langdurig lijden, ooit hebben verlaten. Hij heeft deze bezoekingen van den ouden dag met be wonderenswaardig geduld en blijmoedigheid gedragen. Zijn arbeidslust, zijn helderheid van geest zijn tot zijn laatsten levensdag onverminderd gebleven. Zijn verscheiden heeft in het Haarlemsche leven een ledige plaats gelaten, niet het minst in het hart van hen, die zich tot zijn vrienden mochten rekenen. Zij zullen aan dezen recht schapen man, die hen steeds met een hartelijk en opwekkend, waar het pas gaf met een gevoelig en troostend woord tege moet trad, van wien altijd iets belangwekkends viel te leeren, en met wien het een voorrecht was te mogen omgaan, een mooie, waardevolle herinnering bewaren. J. C. Tadema

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1944 | | pagina 94