Gelinck nog een groot aandeel gehad in den opzet en de ont wikkeling van het bedrijf in die haven. Hij was voorzitter van de Commissie van Onderzoek voor het Staatsvisscherijbedrijf en toen op grond van het door die Commissie uitgebrachte rapport in 1934 het bedrijf geheel van den Dienst van den Rijkswaterstaat werd gescheiden, werd Gelinck. voorzitter van de desbetreffende Commissie van Advies en die taak bleef hij tot zijn dood vervullen. Hij had zich geheel in het bedrijf ingewerkt en kende daarvan de eigenaardige verhoudingen tot in bijzonderheden. Belangrijk is ook hetgeen Gelinck ten opzichte van de wegen en het wegverkeer heeft verricht. De verbetering van het Rijkswegennet in Noordholland geschiedde in hoofdzaak onder zijn leiding. Als een typisch staaltje van de ernst waar mede hij zijn taak opvatte zij hier vermeld, dat hij - reeds tegen de zestig loopende - nog leerde chauffeeren, aangezien volgens zijn meening een goed wegbeheerder en wegenbouwer met die vaardigheid zijn voordeel kon doen. In 1908 werd hij benoemd tot Gedelegeerde der Neder- landsche Regeering voor het te Parijs te houden (eerste) In ternationale Wegencongres. Ook op de daarop volgende con gressen te Brussel, te Sevilla, te Milaan, te Washington, te München en te 's-Gravenhage vertegenwoordigde hij de Ne- derlandsche Regeering. In 1920 werd hij benoemd tot lid voor Nederland van de Permanente Internationale Commissie voor die Congressen, terwijl hij in 1938 voorzitter was van het in Nedefland gehouden Internationale Wegencongres. Dankzij Gelincks leiding, die daarbij op hoogst bekwame wijze werd bijgestaan door den onvermoeibaren, nietsontgaanden Alge meen Secretaris, den oud-Generaal-Majoor der Genie van het K.N.I.L., L. C. A. van de Kasteele, slaagde dit congres voortreffelijk, zoowel wat het verloop der discussies - als wat de excursies betreft. Dit congres is dan ook als een hoogtepunt in Gelincks loopbaan te beschouwen. Duidelijk bleek toen hoe zeer Gelinck in het buitenland werd gewaardeerd en hoezeer zijn woord gezag had. Van deze waardering was trouwens reeds veel eerder gebleken door zijn benoeming in 1925 tot plaatsvervangend lid van het Comité Directeur du Conseil Général du Tourisme International te Parijs. Maar ook binnen onze grenzen deed Gelinck op verkeers gebied veel en nuttig werk; hij verleende o.a. zijn medewerking - 23 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1946 | | pagina 41