de Haarlemsche vrijwillige brandweer, waar hij van 1912 af de
toenmalige functie van sergeant bekleedde.
In 1915 werd hij benoemd tot Diaken der Ned. Herv. Ge
meente, en in deze functie heb ik het genoegen gehad jaren
lang met hem te mogen samenwerken, hem steeds meer en
meer te leeren kennen en waardeeren en om een indruk te
geven, hoe men over den Heer Cramer dacht, kan ik niet
beter doen, dan een afschrift te geven van het artikel, dat in
het Diaconale maandblad 'Diaconia' verscheen bij zijn 25-
jarig jubileum als Diaken.
'Cramer is 25 jaar Diaken'
'Dat wil zeer veel zeggen in onze kerkelijke samenleving in
Haarlem. Dat is iets om op velerlei wijze dankbaar voor te
zijn. Een diaconaal college in een groote stad is samengesteld
uit vele mannen, wier aanleg, dagelijksche arbeid en wier per
soonlijke aard zeer verschillend zijn. Vanzelf sprekend dat de
figuur van den één markanter is en meer domineert dan de
figuur van den ander. Cramer is onder ons zoo'n prominent
man. Waarom eigenlijk? Om verschillende redenen.
In de eerste plaats om zijn persoon. Hij is realist. Hij ziet de
dingen omschreven en omlijnd. De werkelijkheid spreekt tot
hem en hij blijft graag bij de reëele dingen. Voor wazig philo-
sophische beschouwingen voelt hij niets, hij blijft bij de zaak.
In de tweede plaats, door zijn maatschappelijke positie; hij
is een doorkneed zakenman. Geen gepraat er omheen, zóó
zijn de cijfers en getallen, dat moet en mag het kosten. Hij
doorziet snel den zwevenden ondergrond van een voorstel en
met een rake opmerking laat hij den voorsteller voelen dat
het wel mooi lijkt, maar niet gefundeerd is. Is het wonder, dat
zoo'n man jaren lang en telkens weer geplaatst wordt op
denvoorzitterstoel? Hij kent het bedrijf van de Diaconie door
en door. De financieele toestand staat hem steeds helder voor
den geest. Hij weet wat hij met het geld kan doen. Het Dia
coniehuis kent hij als geen ander. Hij weet wat er omgaat en
wat er te doen is. Hij kent er de moeilijkheden voor de Dia
kenen, de directie, personeel en inwonenden. Als jongeren wel
eens wat hoogdravend gestemd zijn, Cramer komt met feiten
en getallen en met een ervaring, die aantoont dat 't nieuw
aangebodene reeds jaren geleden geweest is en mislukt.
Ziet hij in iets nieuws echter een werkelijke verbetering dan
- 28 -