- 38 -
neerschrijven, opeens een rood lampje in je hersenen gaat
branden, dat je waarschuwt.
Ook de Charivaria zijn in den loop der jaren van karakter
veranderd. In den beginne vond zijn onuitputtelijk vernuft
steeds weer een nieuwe methode om de krantenschrijvers op
merkzaam te maken op hun tekortkomingen. Toen waren
zijn onderschriften beroemd, die zich door hun eigenaardigen
vorm van alle andere onderscheidden. Later maakte hij ze
steeds korter en beperkte er zich dikwijls toe een reeks van
'meemaaksels' of 'teekenaars' onder dit hoofd samen te
brengen. Dat van de aantrekkelijkheid der rubriek daardoor
veel verloren ging, vond hij van weinig beteekenis. 'Heb je
mijn jongste dochter al meegemaakt?' vond hij al absurd ge
noeg. Commentaar achtte hij overbodig.
Het tooneel had Trenité's bijzondere belangstelling; hij
was de oprichter van de Haarlemsche Tooneel Club, jarenlang
haar regisseur en de vertaler van haar repertoire. Zaïre, de
Cid en de Storm, parodieën door zijn broer in zijn studenten
tijd geschreven, waren de groote successen der eerste jaren.
Als regisseur was hij streng. Vele spelers moesten op zijn kamer
komen repeteeren en Nolst lette daarbij op elke kleinigheid.
Juist op de 'kleinigheden': een hoofdbeweging, een kleine
stembuiging, een gebaartje. Hij had zijn eigen opvatting van
een rol en had sterk de neiging die op den acteur over te
brengen. Ook als hij zelf in het openbaar optrad met lezing of
- in latere jaren - een enkele maal voor de radio, werkte hij
uren aan de voorbereiding van zijn voordracht. Voor een
spiegel gezeten bestudeerde hij elk effect en noteerde in zijn
manuscript aanwijzingen als 'bril af', 'hoofd scheef' enz. Elke
pauze gaf hij aan na zorgvuldige overweging. En hij werd niet
moe telkens weer zijn causerie voor zijn vrienden te repe
teeren en het effect ervan te bestudeer en.
De muzikale illustratie van verscheidene stukken compo
neerde Nolst zelf. Hij was zeer muzikaal, maar haatte jaren
lang met de hardnekkigheid hem eigen, de radio, zooals hij
ook gefulmineerd had tegen het 'mensenmoordend motor-
tuig', de auto. De radio zijner buren was hem een kwelling
- tot hij aan een ingeving gehoor gaf en een toestel aanschafte.
Sindsdien genoot hij van de klassieke muziek. Het diepst was
zijn bewondering voor Mendelssohns Lieder ohne Worte en
in den hongerwinter speelde hij er dagelijks een op onze