- 39 - piano in ruil voor wat warmte. Sprokkelend kwam hij den Hout door, rustte wat uit en dan sprokkelend keerde hij huis waarts met z'n wonderlijke ijsmuts op het hoofd en zijn loden cape om, een versleten mannetje. Maar zijn gestel was zoo krachtig, dat hij eerst een ernstige longontsteking en daarna den hongerwinter doorstond. Eiken dag kwam hij op straat, de laatste jaren van zijn leven wandelend van het eene 'ijs paleis' naar het andere. Ijs was z'n laatste hartstocht. Bil jarten zijn eerste en laatste. In het biljartspel was het hem er niet om te doen zooveel mogelijk caramboles te maken. 'De goede stemming is de charme van 't biljart' meende Nolst, geen spel geeft zooveel te denken, is zulk een goede oefening voor zelfbeheersching en goeden smaak. Op een zolderkamer oefende Trenité jaar in jaar uit op een tafelbiljart moeilijke stooten, steeds ernstig strevend naar de verhooging van zijn moyenne. Een merkwaardig man, Nolst. Voor velen slechts de man dien hij beschreef in 'De steunpilaar van het café'; een man die slechts langzaam en schuw aan weinigen openbaarde wat diep in hem leefde; een wonderlijke mengeling van ge leerde en kunstenaar; scherp, nimmer kwetsend; eerlijk als goud en somtijds uitermate goedgeloovig; doctor in de staats wetenschappen en leeraar in het Engelsch; vrijgezel uit over tuiging en gesteld op gezelligheid; critisch tegenover anderen, maar het meest tegenover zichzelf; een oorspronkelijke geest, die gaarne werkte naar bewonderde voorbeelden; een over tuigde liberaal, met weinig zin voor politiek; opgewekt maar nooit uitbundig; hokvast maar steeds vol verhuisplannen; een wonderlijke geest en een goed mensch. P. H. Schroder Op verzoek van de Redactie niet in de vereenvoudigde spelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1946 | | pagina 63