- 4i - bij den aanvang van den cursus wachtte en ook om haar kennis te verrijken. Zij had een scherpen, pittigen geest, die vaak rake, geestige dingen kon zeggen, een groote opmerkingsgave bezat ze en een zin voor humor, die haar over vele moeilijkheden heen hielp. In de laatste jaren van haar leven werd het loopen steeds moeilijker, een kwaal waarmee ze na een ziekte op jeugdigen leeftijd steeds te kampen had, deze pijn, deze groote beperking in haar bewegingen, dit zooveel niet kunnen doen, dat voor anderen zoo vanzelfsprekend was, heeft zij altijd met moed gedragen, ook als het haar bij haar drukken werkkring wel eens moeilijk viel, doch zij klaagde nooit. In de eerste maanden van 1946 werd zij ziek, een ziekte waarvan zij niet herstellen zou. Tot het einde toe werd zij door haar trouwe vriendin liefderijk verpleegd. Op 3 November 1946 kwam aan haar nuttig, welbesteed leven een einde. Zij ruste in vrede. S. C. Land

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1946 | | pagina 67