- 53 -
bogen. Vandaar leidde oudtijds een rechte oprit naar de poort
aan den Heereweg. Deze monumentale poort in den voormuur,
geflankeerd door twee koepels, is er van het begin af geweest.
Zij gaf met de geheele ingangspartij een eigenaardige perspec
tivische werking, waardoor het heerenhuis zich bijzonder voor-
deelig voordeed. Die rechte oprit en die poort in het midden
zijn reeds lang vervangen door eenvoudige inrijhekken op de
uiterste vleugels van den frontmuur en het is opvallend hoe
zeer het aanzicht van de buitenplaats door deze verandering
heeft geleden. Zoowel de voortuin als het achter het huis
zich diep uitstrekkende park hadden - zooals de teekening
in vogelperspectief laat zien - een echten renaissance-aanleg.
Het terrein was ingedeeld in een aantal vierkante of recht
hoekige vakken, afgezet door loofhout en veelal beplant met
vruchtboomen.
Reeds in 1648 liet Jan Bicker in de Brittenbuurt aan den
Zeeweg onder Wijk aan Duin een nieuwe heerenhofstede
bouwen, welke hij Duijnwijck heeft genoemd. Het is hier ge
weest, dat enkele jaren later de raadpensionaris Johan de Witt
het hof kwam maken aan zijn dochter Wendela. Bij akte van
19 April 1649 heeft Bicker het zomerverblijf Akerendam ver
kocht aan zijn oomzegger Dr Gerard van Hellemont.1
Deze was koopman te Amsterdam, waar hij een huis bezat op
het Singel, genaamd 'In de Pfarkerck'. Zijn echtgenoote was
Margaretha Bicker van Swieten, de oudste dochter van
den bekenden Amsterdamschen burgemeester Cornelis
Bicker. Ook Gerard van Hellemont heeft met zijn schoon
vader deel uitgemaakt van de machtige regeering van Hol
lands handelscentrum. In 1652 was hij schepen en in de jaren
1653-1658 raad der stad. De van Hellemonts behoorden met
andere zomerbewoners van de hofsteden in deze omgeving, de
Coymansen, de Trippen en de Bickers tot de naaste ver
wanten en vrienden van Johan de Witt.2
In 1658 is Gerard van Hellemont gestorven. Zijn weduwe
is vier jaar later hertrouwd met Cornelis Geelvinck, waar
door het goed door erfopvolging in deze familie is gekomen.
1Rijksarchief Haarlem, oud-rechterlijke archieven Beverwijk, no.
1213, f. 45.
(2) J. ter Gouw, De oude tijd (Haarlem 1874), 74;
Elias, De vroedschap van Amsterdam, I, 173, 485;
Nieuw Ned. Biogr. Woordenboek, VI, 545-546, VII, 60-64.