- 54 -
Hun zoon Joan Geelvinck stierfin 1717 en liet Akerendam
na aan zijn dochter Catharina Clara, de echtgenoote van
den ambassadeur Willem Boreel, die reeds het naburige
Scheybeeck het hare mocht noemen. Deze verkocht echter in
1724 Akerendam aan Jean Lucas Pels, die eenige jaren later
eveneens eigenaar is geworden van de aangrenzende hofstede
Zuiderwijck. Jean Pels en zijn broeder Pieter, die Wester-
wijck en aanvankelijk ook Zuiderwijck en later eveneens Roos-
wijck bezat, werden in hun tijd beschouwd als 'de grootste
cooplieden en reeders van scheepen, de geheele weerelt door,
die er in lange jaaren bekent zijn geweest'. In 1740 hertrouwde
hij, doch eenige weken daarna is hij reeds gestorven, Anna
ELisABETH Geelvinck als weduwe achterlatende. Deze heeft
in 1742 de bezitting, inbegrepen de aangrenzende hofstede
Zuiderwijck, verkocht aan haar broeder Mr Nicolaas
Lievensz. Geelvinck. Opnieuw kwam zij zoodoende in
het bezit van de familie van dien naam.
Jean Pels is de man geweest, die Akerendam naar den
smaak van zijn tijd heeft doen herscheppen. Aan het huis
werd in de buiten-ordonnantie weinig veranderd. Slechts
de tuindeur met het middenraam van de verdieping kregen
van buiten tegen den achtergevel de omlijsting met ornament-
werk, welke zij thans nog hebben. Inwendig liet Pels het
huis tooien met de fraaie gestucte plafonds, welke nog zijn
bewaard. De zaal verwierf haar tegenwoordig interieur. Ook
verschillende deuren zijn toen vernieuwd. Doch het park
onderging een volkomen wijziging. Het kreeg hét uiterlijk van
een baroktuin met enorme scheerhagen. In dezen Franschen
tuinaanleg is toen ook de groote 'waterkom' gemaakt, een
vijver, welke in vorm en omlijsting een rococospiegel ge
leek.1 Bij de geschoren hagen werden tuinbeelden geplaatst
in een karakteristieke overdaad.
Jean Lucas Pels zag het resultaat van zijn herschepping
gaarne in beeld gebracht. Niet minder dan drie teekenaars
hebben zich daarvan kort na elkander gekweten. Het eerst
maakte Abraham Rademaker een kopergravure van het
vooraanzicht van het huis. Deze vindt men in zijn in 1728
verschenen Hollands Tempe opgenomen. Nagenoeg tege
lijkertijd vervaardigde Hendrik de Leth een tweetal pren-
(1) Dr Ir J. T. P. Bijhouwer, Nederl. tuinen en buitenplaatsen (Am
sterdam 1942), 55-57-