- 57 -
ook 'de grond der gewezen boerderij Zuiderwijk', benevens
'een bosch, thans geheel beplant met boomen en hakhout,
genaamd Brittenbogaard' en den geheelen Naarderweg
(thans Vondellaan). De makelaar Christiaan Stumphius te
Beverwijk wist bij die gelegenheid het goed te verwerven.
Hij verkocht het een paar maanden later op 3 morgen na
aan Johan Arnold Blois van Treslong, die ook eigenaar
was van de Beverwijksche buitenplaats De Schans.1
Deze had in 1797 als Schout-bij-nacht deelgenomen aan
den slag bij Kamperduin, waarin hij zijn rechterarm had
verloren. Op zijn beurt heeft ook hij op Akerendam eenige
veranderingen laten aanbrengen. Met name dagteekent uit
dezen tijd de in den tuinmuur vooruitspringende koepel
aan den Velserweg. Tegen het midden van de vorige eeuw,
toen onze bouwkunst en ons gevoel voor architectonisch
schoon hun dieptepunt van verval hadden bereikt, ver
dwenen de dakkapellen. De oude kruiskozijnen werden ver
vangen door moderne ramen en blinden. Op de gootlijst
plaatste men ter versiering een geverfd houten schot. Ook
volgde men de mode om de voorgevels onzer buitens wit te
bepleisteren. De onderkant van den voorgevel werd met een
zwarte kleurstof bestreken, waardoor deze facade een meer
gedrongen aanzien kreeg. Zoo was toen het prachtige muur
vlak van baksteen, afgezet met zandsteen, aan het oog ont
trokken, nadat te voren de reeks ornamenten van steenhou-
werswerk waren verwijderd. In deze nieuwe gedaante heeft
P. J. Lutgers omstreeks 1840 het huis in een voortreffelijke
lithographie afgebeeld. Men ziet er ook de 17de-eeuwsche
wegafscheiding met de poort en de twee koepeltjes niet meer.
Deze waren vervangen door een lagen muur bezet met slin
gerend neerhangende kettingen. In plaats van de poort recht
vóór het huis waren de twee huidige inrijhekken op de
vleugels van den wegmuur ontstaan.
Ook in de tweede helft van de 19de eeuw en niet minder
in onze eeuw is nog veel oud schoon aangetast. Toen zijn de
oude terreinen van de buitenplaatsen Akerendam en Zuyder-
wijck allengs ingeschrompeld. Omstreeks 1850, toen de Heer
A. Huygens eigenaar en bewoner was, besloeg de bezitting
nog 12 ha.
Rijksarchief Haarlem, oud-rechterlijke archieven Beverwijk, no.
1230, f.94, 101.
