huisdierfauna, die leefde tijdens of even na de vorming van
het veen, zou dus overeenstemmen met die, welke in de onderste
en dus oudste terplagen voorkomt en deze dagteekenen van
minstens de eerste eeuw vóór Christus. Aldus wijlen Prof.
van Baren.2)
In diens 'Bodem van Nederland', deel II, 1927, wijdt de
schrijver daaraan nogmaals aandacht (pag. 879 en 978).
Mochten er onder de belangstellende lezers van dit arti
keltjezijn, die zich gaarne zouden verdiepen in de visie op het
natuurlijke landschap, waarin niet onmogelijk voor meer dan
tweeduizend jaar de grondslag van Haarlem is gelegd, zoo
vinden zij daarvoor stof in de bovenvermelde literatuur.
Bovendien wordt het onderwerp afzanderijen aangesneden.
Eindelijk worden zij geïntroduceerd in de problemen der
watervoorziening en wateronttrekking. Zij maken nog eens
kennis met den tijd, dat ook in een stad als Haarlem regen
water werd opgevangen, in tuinen putten werden geslagen
en voor algemeen gebruik stadspompen aanwezig waren. De
achteruitgang der cultuur in den oorlogs- en bezettingstijd
bleek mede hieruit, dat nog niet afgebroken pompen bij de
oudere huizen in eere werden hersteld, dat op vele plaatsen
in de stad boringen naar drinkwater werden verricht en ein
delijk dat bij groote, openbare gebouwen pompinstallaties
voor brandbluschwater werden aangelegdmen keerde terug
tot de dagen onzer grootouders. Hierover handelende ge
schriften zullen daardoor beter begrepen worden.
IV. DE BEOEFENING DER GEOLOGIE
IN HAARLEM
Haarlem kan met recht een der weinige centra in Neder
land genoemd worden, waarin geologie sinds vele jaren be
oefend is. Daardoor heeft de Spaarnestad zelfs internationale
bekendheid verkregen. Dit ligt aan het feit, dat zich ter plaatse
drie instellingen bevinden, wier doelstelling het alleen of mede
is, de geologische wetenschap vooruit te brengen. Teyler's
Stichting is door het beroemde Teylers Museum en de alom
bekende Bibliotheek in alle wetenschappelijke centra ter
wereld bekend. In het Museum bevinden zich prachtige ver-
- 62 -
(2) Zie ook het artikel van D. A. Hooyer in het Jaarboek Haerlem
1944-1945.