DE LAATSTE BREDERODES OP HET SLOT BIJ SANTPOORT Onder de betrekkelijk weinige slotruïnes, welke ons land nog rijk is, zijn er twee, welke verreweg het meest bekend zijn en het meest worden bezocht. Het zijn de ruïne van Brederode en de bouwval van het bergslot in Valkenburg. Naar Nederlandse begrippen zijn zij op grote afstand van elkander gelegen. Toch waren de geslachten van Brederode en van Valkenburg in de 14de eeuw verbonden en wel door het huwelijk van Dirk van Brederode met Beatrix van Valkenburch. De generatie der Brederodes, welke de ondergang van het stamslot bij Sant poort zag voltrekken, bestond uit vier kleinzonen, uit die echt gesproten. Reinout I, de zesde heer van Brederode, die in 1390 het tijdelijke met het eeuwige verwisselde, was hun vader. Door de graven van Valkenburch was hij verwant met de huizen van Gelre en van Vlaanderen. Naar rechte erfopvolging zou Val kenburg aan de Brederodes zijn gekomen, ware het niet, dat dit graafschap een kwaad leen van Limburg was en de her togen van Brabant als toenmalige landsheren in Limburg met Valkenburg iets anders voor hadden. De grootvader van Reinout I, Willem van Brederode, was door zijn eerste huwelijk met een dochter uit het grafelijk huis van Luxemburg een zwager van de Duitse keizer. Reinout I zelf was gehuwd met de erfdochter van Gennep, zodat hij ook graaf van Gennep is geweest. Toen hij in 1390 stierf, hield zijn weduwe Johanna van Gennep dit graafschap aan zich. Zij hadden, zoals reeds is medegedeeld, vier zonen: Dirk, Jan, Walraven en Willem. De oudste van hen was Dirk, zodat deze de aangewezene zou zijn geweest om zijn vader bij diens dood op te volgen als 7de heer van Brederode. Doch hij 'versmade die werlt mit al haer weelden' zegt de kroniekschrijver. Hij had zich namelijk kort te voren als een- Vgl. A. Mattheus, Veteris Aevi Analecta, II (Lugd. Bat. 1698), 307- 427; Nieuw Ned. Biogr. Wbk, VII, 200-204 en de daar aangehaalde litteratuur; Maandblad Geneal. Herald. Genootsch. De Ned. Leeuw, 1926, blz. 1-57; Elsevier's Maandschrift 1937, blz. 154-162.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1947 | | pagina 114