- 77 -
krijgen, dat de door Brederode in 1403 gedane professie als
ongeldig kon worden aangemerkt. Hij behoefde zich, zo werd
het gesteld, dus thans daaraan niet meer gebonden te achten
en was vrij om in de wereld terug te keren. Dit gold ook voor
zijn vrouw.
De Kartuizers hebben toen op hun beurt een beroep gedaan
op Gerson, de beroemde kanselier van de universiteit van
Parijs, en op haar theologische faculteit. Gerson heeft in een
uitvoerig tractaat prae-advies uitgebracht, waarna de faculteit
eenstemmig de conclusies van de kanselier onderschreef. Deze
verhandeling is getiteld: 'An liceat gravato debitis intrare reli-
gionem'.* Gerson en de andere theologen noemen evenwel
geen namen. Zij hebben het slechts over 'Quidam Joannes
olim miles saxillaris'.** Met deze Joannes wordt, zoals uit de
breed omschreven feiten en omstandigheden onomstotelijk
blijkt, niemand anders dan Jan van Brederode bedoeld. Ten
overvloede zij er op gewezen, dat een handschrift van dit
tractaat uit de 15de eeuw, bewaard te Trier, bepaaldelijk het
opschrift draagt: 'Casus domini Joannis de Brederode Cartu-
siensis', het geval van heer Jan van Brederode Kartuizer.
Het is een zeer merkwaardig document. Het geeft niet alleen
een verrassend beeld van de grote zorg, waarmede dergelijke
tere zaken werden bezien, maar het werpt ook een helder licht
op de kwestie zelve. Gerson heeft de vraag, of het aan iemand,
die met schulden is bezwaard, is geoorloofd in een klooster te
treden, de 26ste Maart 1410 in een openbare les puntsgewijze
besproken. Eerst hield hij een lange bespiegeling over de alge
mene regels, welke hier 'jure divina et naturali' en volgens
burgerlijk en canoniek recht in het geding waren. Dan deelde
hij de toedracht van de voorliggende kwestie mede aan de
hand van de tekst van de z.g. 'schedula consultatoria', d.i. het
door de Kartuizers op schrift gestelde relaas. Ten slotte ont
wikkelde hij de toepassing van de voormelde regels op dit con
crete geval.
Vooreerst richt hij een scherp verwijt tot degenen, die vóór
hem hun oordeel over deze zaak ten beste hadden gegeven.
Deze hadden hun advies gebaseerd op een onjuiste, althans
onvolledige weergave van het geval. Zo moesten zij wel tot
Of het een iemand, die met schulden bezwaard is, geoorloofd is in
een klooster te treden.
Zekere Jan voorheen in de wereld ridder.