- 8o - tot voor kort het werk ten onrechte toegeschreven aan zekere Jan van Rode, van wien men verder niets wist. Wij hebben gezien, dat dus de derde der gebroeders, Wal raven, in 1402 heer van Bred erode is geworden. Van hem verhalen de kronieken, dat hij in het jaar 1400 bij Staveren tegen de Friezen streed. In 1402, toen hij zich onder de be legeraars van Gorcum bevond, geraakte hij met vele Hollandse en Zeeuwse edelen in gevangenschap. Het heeft zeven jaren geduurd eer hij zijn vrijheid herkreeg. Enige jaren later, in 1417, zien wij hem aan de zijde van Jagoba van Beieren in de Arkelse oorlog andermaal het beleg slaan voor Gorcum. Bij die gelegenheid stierf hij een krijgsmansdood evenals zijn tegenstander Willem van Arkel. Bij zijn overlijden was hij ook graaf van Gennep, daar zijn moeder enige jaren te voren was gestorven, alsmede stadhouder van Holland. Walraven was gehuwd met de erfdochter van Vianen en Ameide. Zo kwam het trotse slot Batestein aan de Lek bij Vianen aan de Brederode's. Zij hebben daarheen hun resi dentie overgebracht. In Kennemerland hebben zij zich daarna metterwoon nauwelijks meer opgehouden. De resten van Bate stein, bestaande uit de hoofdpoort en enige muren, bewaren de herinnering aan eeuwen van welstand. Het stoffelijk over schot van Walraven van Brederode is in het koor van de kerk te Vianen bijgezet. Hij heeft twee zoontjes nagelaten. De twee-jarige Reinout en de eenjarige Gijsbrecht, de latere domproost, terwijl zijn weduwe in verwachting was van een dochtertje. Zijn oudste zoon Reinout II werd de 9de heer van Brederode. Walravens jongste broeder Willem van Brederode, werd momboir over de jonge kinderen. Deze Willem behoorde tot de aanvoerders van de legermacht, waarmede Jagoba van Beieren in 1426 Haarlem belegerde. Toen zij het beleg moest opgeven, hebben de Kabeljauwsen het huis Brederode jammerlijk verwoest. Hetzelfde lot ondergingen de sloten van Heemstede en van Assendelft. De Hoeksgezinde Kennemers verwoestten toen op hun beurt de burcht te Heemskerk. Het oude stamslot bij Santpoort heeft daarna zijn vroegere luister nimmer herkregen. Wel heeft Reinout II ongeveer veertig jaren later nog een klein gedeelte* bewoonbaar laten 'dat selve luttel dat daer nu is' schreef de Haarlemse Carmeliet Jan Gerbrandsz. van Leiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1947 | | pagina 122