HENDRIK WILLEM HOFFMEESTER
12 October 1870 - 12 April 1947
Op 76-jarige leeftijd overleed, na een kortstondige ziekte,
de heer H. W. Hoffmeester, die van 1911 tot 1941 als klokke
nist bij de gemeente Haarlem in dienst was en sinds de be
vrijdingsdagen weer geregeld het brons der Hemony-klokken
over onze stad liet klinken, geroepen als hij toen werd om
tijdelijk weer zijn vroegere 'hoge' functie waar te nemen. En
dat heeft hij met beproefde plichtmatigheid gedaan tot weinige
weken voor zijn dood.
Hoffmeester was een klokkenist van de oude stempel: een
musicus van alle markten thuis (hij speelde viool, trompet,
piano, orgel)die het beieren erbij deed. En hij deed dat waar
lijk niet slecht, althans binnen het bestek dat de klokkenisten
van de vorige generatie zich stelden. Afwijzend stond hij niet
tegenover de verjongende beweging van de beiaardkunst, met
haar artistieke aspiraties en speeltechnische vernieuwingen (uit
gesprekken met hem over dit onderwerp weet ik dat hij er het
grootste respect voor had) maar hij meende dat hij er te laat
mee begonnen was om daar nog aan mee te doen. Toch gaf
deze actie hem impulsen die zijn spel ten goede kwamen.
Met de correctheid, die hem als man van orde, als 'man van
de klok' mag ik wel zeggen, typeerde, zorgde Hoffmeester,
dat op gezette tijden de deuntjes van het speelwerk in de
klokkentoren en in de hal van het Raadhuis vernieuwd werden;
dat hij Maandags en Vrijdags tijdig voor zijn stokkenklavier
zat om een half uur lang bronzen liedjes over de Haarlemse
daken te strooien, en op nationale feestdagen om met zijn
repertorium Oranje-klanken de feeststemming in onze oren te
beieren.
H. W. Hoffmeester werd te Alkmaar geboren, studeerde
daar vijfjaar aan de Muziekschool en vestigde zich in 1891
te Haarlem, waar hij in het Muziekkorps van Kriens als eerste
viool en als ie trompet (voor de harmoniebezetting) in functie
trad. Ondertussen studeerde hij verder te Amsterdam bij
B. Hendriks en Joh. Coene, respectievelijk voor orgel en
directie. Een en ander had tot gevolg, dat hij enerzijds als or
ganist benoemd werd in de Nieuwe Kerk (later ook van het
kleine orgel in de Grote Kerk) en een gelukkige carrière begon