- i7 -
haaldelijk in verband met de uitvoering van verschillende
werken, doch vestigde zich later in Haarlem, waar Nicolaas
dan ook zijn H.B.S.-opleiding kreeg. Hij speelde in 'Haarlem'
en bracht het daar tot het eerste elftal. Sindsdien was en bleef
hij Haarlemmer.
Hij studeerde in Delft en verwierf daar de ingenieurstitel.
Kort daarop trad hij als adjunct-ingenieur in dienst van de
Rijkswaterstaat. Toen echter in Januari 1916 zijn Vader - die
onder de naam 'Van Hattum en Blankevoort' samenwerkte
met Ir M. J. van Hattum te Beverwijk de opdracht kreeg
om de doorgebroken Waterlandse Zeedijken te herstellen, trad
hij bij Van Hattum Blankevoort in dienst. Deze werken, uit
gebreid tot een grondige verzwaring en versterking van de
dijken van Amsterdam tot nabij Volendam, vormden enkele
jaren een centrum van grote activiteit.
In Maart 1917 trouwde hij met Mejuffrouw J. Blankevoort
en vestigde zich aan boord van een gerieflijk woonschip, dat
eerst in Schellingwoude en later in Haarlem een ligplaats vond.
In die tijd werd zijn oudste zoon geboren, die nu al weer sinds
jaren bij Van Hattum Blankevoort als ingenieur werkzaam
is en die op zijn beurt hetzelfde woonschip betrok, vijfen
twintigjaar te voren door zijn ouders bewoond.
Na enige tijd in Muiderberg te hebben vertoefd als leider van
een verbetering van de Amstellandse dijk, vestigde hij zich
voorkorte tijd in Zandvoort en spoedig daarop in Bloemendaal.
Inmiddels had de familie Blankevoort na de dood van de
heer W. Blankevoort Czn haar bedrijf ingebracht in de reeds
bij het begin genoemde N. V. W. Blankevoort Czn's Aan
neming Maatschappij, van welke N. Blankevoort en zijn
broeder Ir C. Blankevoort, als gezegd, directeuren werden.
Hierdoor werden beiden meer aan het centrum van het bedrijf
gebonden, waardoor het zwervend leven een einde nam.
Doch nog voor de vennootschap definitief was opgericht, had
N. Blankevoort een Zuidamerikaans filiaal twee jaren geleid,
eerst in Montevideo en later in Rio de Janeiro.
Montevideo is niet alleen de hoofdstad, maar ook de be
langrijkste havenstad van Uruguay. De oceaan is langs de kust
voor grote schepen van nature te ondiep en daarom wordt
buiten de eigenlijke haven een vaargeul door baggeren open
gehouden. Het verdiepen van de vaargeul is voor het land dus
van zeer groot belang. Dat werk is toen door een dochter-