- i8 -
maatschappij van Van Hattum Blankevoort uitgevoerd. Bij
Blankevoorts aankomst in Montevideo werd hij dan ook door
autoriteiten en publiek met Zuidamerikaanse uitbundigheid
ontvangen. Het werk verliep naar wens en het aannemen van
een opdracht voor een kleinere Braziliaanse havenstad maakte
zijn verhuizing naar Rio wenselijk. Toen daar het nodige was
geregeld, keerde hij met zijn gezin weer naar Bloemendaal
terug, waar hij tot zijn overlijden gevestigd bleef.
Hoewel zijn directeurschap een einde maakte aan zijn positie
als leider ter plaatse op een bepaald werk, bleef hij toch de
hoofdleiding voor vele werken behouden. Van de belangrijkste
door hem behandelde werken noem ik de aanleg van het
Julianakanaal door het heuvelterrein bij Elsloo aan de Maas,
dat enige jaren vorderde, verdedigingswerken nabij Veenen-
daal en werken in de Noord-Oost-Polder. Dit laatste werk in
de Noord-Oost-Polder bracht vele zorgen mee, vooral in de
laatste moeilijke oorlogsjaren. Het was een van de niet talrijke
'goed-Nederlandse' werken, waar de arbeiders veel kans had
den aan de Duitse greep te ontsnappen; al bleven emoties op
dat gebied niet uit, toch vielen er weinig slachtoffers.
Voorts was Blankevoort bestuurslid van de Maastunnel
maatschappij en van een tweetal dochtermaatschappijen, ver
der lange jaren mede-directeur van de Rheinische Tiefbau-
gesellschaft, een Duitse dochtermaatschappij, die tijdig ter
ruste werd gelegd, en commissaris bij de Spaarndammer
Scheepswerf Stapel, bij welke Van Hattum Blankevoort be
trokken zijn.
Dat Blankevoorts heengaan, op 20 November 1947, dus
toen hij 58 jaar oud was, voor ons, zijn collega's, een zeer
droevig gemis betekent, zal ieder beseffen, die weet hoe uit
stekend de onderlinge verhoudingen altijd waren, ook in de
zo moeilijke oorlogsjaren, waarin eensgezindheid zo uiterst be
langrijk was. Dat het wegvallen van Blankevoorts werk
kracht, zo kort na Van Scherpenbergs dood ook uit dat oog
punt een zware slag is, behoeft wel niet te worden betoogd. Zij
rusten nu, zij aan zij, op het mooie Bloemendaalse kerkhof,
maar blijven bij ons in dankbaar herdenken.
J. H. Telders