THEO LANCEE
20 April 1871-22 October 1947
Wie op 76-jarige leeftijd, na een welbesteed, gelukkig leven,
vol geestkracht en ook lichamelijk nog geheel fit, na een kort
ziekbed plotseling uit dit leven wordt weggenomen, is wel te
benijden.
Dit was de troost voor hen, die achterbleven, toen Iheo
Lancée op 22 October 1947 onverwacht uit hun midden werd
weggerukt. Hij was enige dagen tevoren in de Maria Stichting
opgenomen om een kleine behandeling te ondergaan. Alles
scheen zich gunstig te ontwikkelen, toen 's morgens om half
negen, midden in een kwinkslag, het woord hem op de lippen
bestierf.
Groot is de vriendenkring, die hem betreurt. Zijn buiten
gewone verstandelijke vermogens, de gave om ingewikkelde
situaties te overzien, maar vooral zijn trouwe vriendschap en
zijn grote hoffelijkheid trokken velen onweerstaanbaar aan.
Uit bescheidenheid trachtte hij altijd op de achtergrond te
blijven, maar zijn helder oordeel en de grote gave om in on
berispelijk gebouwde volzinnen klaar en duidelijk zijn mening
uiteen te zetten maakten, dat hij overal waar hij kwam al
spoedig de leiding moest nemen.
Toen hij zich in 1929 metterwoon te Haarlem vestigde, lag
de meest bewogen tijd van zijn carrière al achter hem. Dat
was stellig de tijd, toen hij als voorzitter van het N. O Ax. zijn
gave als organisator en redenaar ten toon spreidde. Hij was
toen Hoofd van een school te Amsterdam en tevens leraar aan
de Gemeentelijke Kweekschool. De onderwijzersopleiding
trok hem aan en hij zou zijn verdere loopbaan in die tak van
dienst doorbrengen. Hij werd benoemd tot Directeur van de
Rijkskweekschool te Groningen. Toen in 1919 de Onderwijs
raad werd gesticht, werd Lancée benoemd tot lid van dit
college, welke functie hij tot zijn dood bekleed heeft. Het is
alleen aan ingewijden bekend hoeveel diensten hij m die
functie het Nederlandse onderwijs heeft bewezen. Hier kwam
hem de gave te pas van helder en juist te kunnen formuleren
en menig artikel in de onderwijswetgeving toont de sporen van
zijn scherpzinnigheid en zijn taalbeheersing.
In 1929 werd hij op zijn verzoek overgeplaatst naar Haar-