- 27 -
die zeer streng en scherp kon zijn, maar die de grote kunst ver
stond, de kostelijke gave bezat 'om de moeilijkste dmgen een
voudig te maken'. Zo hoorden wij 't vaak van zijn oud-leer
lingen. Hij was echter niet alleen een voortreffelijk didacticus met
een geheel eigen methode, hij was meer dan een scherpzinnig
intellectueel, want door zijn intense belangstelling voor zijn
leerlingen, door zijn rijk gemoedsleven, gaf hij hun meer
dan de kennis van zijn vak. Herinneren wij ons ook zijn mede
leven met de H.B.S. V. en vergeten wij niet, hoe steeds in de
schoolpauze in 'de vrije tien', tal van jongens en meisjes m zijn
lokaal kwamen om met hem over hun moeilijkheden enz. te
praten. Bij zijn dood bleek overduidelijk, hoe zeer Haak voort
leeft in de dankbare herinnering van tal van oud-leerlmgen,
die nu zelf op belangrijke posten staan.
Ook buiten de school gaf hij zich steeds met heel zijn hart
aan de vele dingen, die zijn liefde hadden. In jonge jaren was
hij bestuurslid van de H.F.C. 'Haarlem', hij leefde de lot
gevallen van zijn club intens mede. Van het jaar 1919 af, toen
de Haarlemse Volksuniversiteit werd opgericht, heeft hij als
bestuurslid tot haar groei en bloei het zijne bijgedragen, want
hij was een groot optimist in zijn geloof aan de goede resul
taten van dit werk. Maar bovenal ging zijn liefde uit naar de
Doopsgezinde Gemeente. Hij heeft haar m verschillende func
ties gediend. Zo was hij o.a. diaken en kerkeraadslid en Pen
ningmeester van 'De Commissie tot de Scholen Al behoort
men zelf niet tot de Doopsgezinde Gemeente, zo weet toch
ieder, die Haak intiem kende, hoe hij, wat levenshouding en
geloofsovertuiging betreft, geheel en al een geesteskind van
zijn Kerk was. Van nature zeer behoudend van aard, ging zijn
belangstelling meer uit naar de enkeling en zijn noden dan naar
de sociale problemen van een revolutionnaire tijd. Wie zou
denken, dat hij door die individuele hulpverlening naar
buiten het eigen gezin en de grote familie, waartoe hij be
hoorde, te kort deed, vergist zich. Met de volledige steun van
zijn Vrouw was hij een Vader voor allen. Hij hielp, waar hij
kon en leed vaak met hen mede. Dat gold niet alleen zijn
familie. Wie steun en hulp, raad of bemoediging nodig had,
ging naar het huis op de Schotersingel 1 en hij zag hem daar
zitten - reeds sedert zijn 38ste jaar kon hij slechts moeizaam
lopen in zijn grote stoel bij het raam, uitkijkend op zijn
'Eiland' in de Singel. Dan sprak hij, opgewekt, ondanks eigen