DR JAN roorda 22 September 1893 - 8 December 1947 Op 8 December 1947 stierf, 54 jaar oud, een man wiens nobele persoonlijkheid en arbeid diepe blijvende indruk in deze stad en in den lande hebben gemaakt. Jan Roorda, Fries van afkomst zoals zijn naam aanduidt, was geboren te Groningen, volbracht daar zijn studies en vestigde zich in 1920 als jong medicus te Haarlem. Zijn kwaliteiten vonden hier spoedig er kenning; zijn practijk groeide snel en werd een der grootste in het district. Hij was een man van sterke levenskracht en op gewektheid. Hij was tallozen tot steun en bezielde hen met nieuwe levenslust. Geen inspanning scheen hem ooit teveel. Zijn werk gold altijd zijn medemensen. Hij hielp hen met zijn medische kennis niet alleen, maar ook en vooral met zijn moedige, blijde karakter. Jan Roorda was geroepen tot het ver vullen van een dienende taak in dit leven. Hij had die opge wekt aanvaard, stond er altijd voor klaar en schoot toe waar men hem nodig had en zo vaak als men hem nodig had. Dat sprak bij hem vanzelf. En het lag niet in zijn natuur, zich te bepalen tot zijn practijk alleen. Zijn steeds actieve geest en sociale belangstelling, zijn warme gevoelens jegens zijn mede mensen vooral bewogen hem ertoe, de zaak van de Vrede te dienen. Hij deed dat als medicus; niemand kon dieper getrof fen zijn door de schrille tegenstelling tussen het helpende, zo vaak reddende levenswerk van de dokter en het domme, brute vernietigings-werk van de oorlog. Zijn geestdrift en volharding bewogen de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst tot de instelling van een Commissie voor Oorlogs- prophylaxis. Als secretaris van die commissie verzette Roorda, trouw bijgestaan door zijn vrouw, veel arbeid. In 1932 deed hij staatshoofden en regeringen in alle delen der wereld een waarschuwend vertoog toekomen, ondertekend door honderden psychiaters uit tientallen landen. Het werd overal gepubliceerd. Onze Koningin betuigde haar instem ming. Ik geloof niet dat zulk werk en zulk vertoog hun laatste woord gesproken hebben. Ik geloof dat Roorda hiermee kiemen gelegd heeft, waaruit veel gegroeid moet zijn en nog meer groeien zal. Zulke arbeid kan niet vergeefs zijn. Wel be sefte Roorda tenvolle, voortwerkend met onuitputtelijke vol-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1947 | | pagina 59