HERBOUWINGSSCHEMA VOOR DE GROTE MARKT Toen de grafelijke nederzetting aan het Spaarne, ter plaatse van de Bakenesserkerk en omgeving, het begin van de stad Haarlem vormde, was 'het Zand' de plaats waar de burgerij uit de omgeving heen kwam om haar waren aan te bieden. Het was een hoger gelegen gedeelte dat voor hoog water ge vrijwaard was en verschillende landwegen voerden er uit alle richtingen heen. Dit was het begin van de 'Grote Markt' van Haarlem en nu nog is in de aanleg haar oorsprong terug te vinden. De landwegen, die naar de markt voerden, werden langzamerhand bebouwd en het werden de straten die in hun bochtig beloop de oude landweg doen herkennen. Ze voeren allen naar de Markt: de Jansstraat, de Barteljorisstraat met zijn afsplitsing de Smedestraat, de Zijlstraat, de Koningstraat, de Grote Houtstraat, de Frankestraat, de Schagchelstraat, die uitmonden in de Warmoesstraat, de Kleine Houtstraat en het verlengde daarvan: de Lange Veerstraat en ten slotte de Damstraat die de verbinding met het Spaarne vormt. In de loop der jaren is dit stadscentrum gegroeid en verplaatste het gezag zich van de oude grafelijke burgt naar hier. De Grafelijke Zaal werd hier gebouwd om de gasten der tournooien te her bergen; het raadhuis kwam hier, eerst vermoedelijk in de Hoofdwacht en later in de Grafelijke Zaal, die in de loop der tijden voortdurend werd uitgebreid en daarvoor aangebouwd. Op het oudste middeleeuwse deel volgt een gotische aanbouw, later de grotere bebouwing op de hoek van de Zijlstraat en van de laatste tijd stamt de vleugel aan de Koningstraat. Nog is dit proces niet ten einde en komende jaren zullen een verdere uitbreiding tussen Prinsenhof en Zijlstraat kunnen opleveren, waarmee dan vermoedelijk het stedelijk regeringsapparaat zijn grootste afmeting op deze plaats wel zal hebben bereikt. Zo is op de markt eveneens een ontwikkeling van het geeste lijk centrum te zien en nu nog te beleven in de aloude Sint Bavo of Grote Kerk die nooit werd voltooid daar de toren wel in de fundering is aangelegd doch niet werd opgetrokken. We zullen die daar wel nooit meer zien ontstaan en het voor ons zo vertrouwde beeld van dit onvolprezen godshuis kan ook

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1947 | | pagina 66