- 48 -
Nadat P.J. Veth (1814-1895), reeds sinds 1841 professor
te Franeker, daarna te Amsterdam en te Leiden, in het eerste
nummer over koloniale aangelegenheden had geschreven,
stond Buijs hem de plaats van het hoofdartikel af voor de be
handeling, in een viertal artikelen, van de Delftse akademie,
in 't bijzonder met betrekking tot de opleiding van Indische
ambtenaren, vervolgens wijdde Veth drie opstellen aan het
Onderwijs in Ned. Indië, eveneens drie aan de vrije tabaks
kuituur op Java met de ondergang bedreigd, en nogmaals een
paar aan het onderwijs op de Westkust van Sumatra.
P Behalve de artikelen van Prof. Veth nam het blad over
Nederlands Indië een 'brief van een Nederlander in Ned.-
Indië gevestigd' op. Er kwamen destijds berichten van over
vallen "op verspreide punten van de Archipel voor, die m de
Nederlandse pers niet zelden werden voorgesteld, alsof gehee
Indië in lichter laaije vlam staat'. De schrijver komt daartegen
op en geeft enige bespiegelingen, ook naar aanleiding van he
uitbarsten van den vulkaan in Bntsch Indie dat van belang
rijk gevolg is geweest ook voor ons'. Zoals men ziet, is er niets
nieuws onder de zon. De schrijver komt tot de slotsom, dat ge
zorgd moet worden, 'dat men geen billijke aanmerkingen
heeft'. Als middel daartoe geeft hij o.a. aan: mildere voor
ziening in de behoeften der koloniën' en regty^ndig en zacht
bestuur'. De ethische opvatting in de koloniale politiek, die
na 1900 regel werd, schemert hier reeds m door Van over
wegend belang acht de schrijver het prestige. Maar- dat re
gime heeft voor een groot gedeelte van den Archipel uitge
diend Men geve intijds, naar volksaard en behoefte, ware,
wettelijke vrijheid, opdat men niet de gevolgen van verzet,
losbandigheid en erger ondervinde.'
Naast Buijs trad W.M. Logeman (1821-1894), leraar in de
wis- en natuurkunde aan het Gymnasium, wien weldra aan de
nieuw opgerichte H.B.S. hetzelfde onderwijs zou worden toe
vertrouwd, als mede-redacteur op. Hij beval o.a. het gebruik
van gaskachels, die toen pas in gebruik gekomen waren, aan en
gaf daarvoor praktische wenken. Hij besprak uitvoerig de tot
standkoming en het streven der vier jaar te voren te Haarlem
opgerichte vereniging 'Weten en werken die zich het ver
spreiden van kennis, vooral der beginselen van de pos tieve
wetenschappen, onder den handwerksstand ten doel stelde.