de schrijvers vermoedelijk niet meer te identificeren zijn. Al is
het duidelijk, dat S.J.H-t, die 'een politieke literatuurgeschie
denis' besprak, Quacks vriend S. J. Hingst is, en het bekend
is dat Joh. C. Zimmerman zich van het pseudoniem Bern.
Koster Jr bediende zijn artikel behandelt De Génestet s
Leekedichtjes, - het lijkt niet uit te maken wie zich achter de
letters E., G., Hk., Xjr., S.J., P.L., P., T., W. erf Y O-ck en
D. Wetan verschuilden. In de berichten over het Zondagsblad
wórden, behalve de reeds in dit overzicht genoemden, o.a. nog
vermeld: Mr. H. Jacobi, Dr L. J. Egeling, P. A. Tiele, S. A.
Naber, G. A. J. A. Oudemans, Lewe van Middelstum. Of
dezen inderdaad hun medewerking hebben verleend en in
welke mate, blijkt niet met enige zekerheid te kunnen worden
bepaald. Voor de beoordeling van algemeen karakter en kwa-
liteit van het Zondagsblad is het ontbreken van deze kennis
niet onontbeerlijk. Ondanks de vooraanstaande plaatsen, die
zij in de wetenschappelijke of ambtelijke wereld innamen,
zouden zij met hun zeldzame bijdragen nauwelijks hun stem
pel op het blad hebben gedrukt.
Een belangrijke plaats in het Zondagsblad werd ingenomen
door de letterkunde. Niemand minder dan Cd. Busken Huet
(1826-1886) verzorgde, althans in den beginne, het feuilleton.
Van Limburg Brouwer leverde boekbesprekingen zowel van
binnen- als van buitenlandse schrijvers, De Génestet nam ge
durende enige weken een rubriek voor zijn rekening onder de
titel' Brieven aan het publiek over de letterkundige dingen van
den dag'. Allard Pierson liet een te Rotterdam gehouden
lezing over Béranger in het blad afdrukken. J. A. Alber-
dingk Thijm schreef een doorwrochte studie over de Neder
landse letteren op het eind der 18e en het begin der 19e eeuw
Ï1ZL2LY aanleiding van een reeks voordrachten van Busken Huet.
Behalve zijn vertaling van Feuillets Delila leverde Huet de
Nederlandse tekst van Lacordaire's intreerede in de Franse
academie en Guizots antwoord daarop. Beide redevoeringen
waren uitgesproken op 24 Januari 1861 en in het blad van
3 Februari verscheen de onberispelijke vertaling in een afzon
derlijk verkrijgbaar bijblad van 16 kolommen. De Dommi-
kaner priester Lacordaire (1802—1862) hield de verplichte
lofrede op Alexis de Tocqueville (1814-1860) wiens ledige
plaats hij innam, Guizot 1787—874., de staatsman uit het
- 50 -