tijdvak van Louis Philippe, zelf protestant, gaf een van grote
waardering getuigende schets van het veelbewogen leven des
priesters.
Overigens kwam in het Zondagsblad slechts één bijdrage
van Huet onder vermelding van zijn initialen voor. Onder de
indruk van de ernstige schade door de hevige Pinksterstorm
aangericht, schetste hij onder de titel 'Na den storm' een kerk
gang op eerste Pinksterdag om vervolgens het woord te richten
tot een beuk, 'mijn grootvorst onder de boomen'. 'Mogt vroe
ger of later ook gij zelf door den storm worden aangetast en
geveld, ik zal uit erkentelijkheid u eene uitvaart be
reiden gelijk nooit aan éénigen gevallen boom op deze aarde
wedervoer. Een rondgaande brief, ook in de dagbladen open
baar gemaakt, zal de treurmaar van uw sterven alom ver
breiden. Bijzondere uitnoodigingen zullen worden toegezon
den aan alle regtgeloovige vereerders van Bouddha in Neder
land, om het feest van uw begrafenis met hunne tegenwoordig
heid te vereeren. Geen natuurgodendienaar, geen naauw-
gezet pantheïst, zal bij deze plegtigheid mogen ontbreken. Wij
zullen haar verheffen tot eene demonstratie van het Bouddhis-
me in deze gewesten. Daartoe zullen wij onder de Staatsraden,
onder de Burgemeesters, en evenzoo onder de Braminen hier
te lande eene goede keuze van afgevaardigden trachten te doen.
Wij zullen zorgen dat het bij uwe ter aarde bestelling aan
geene lijkredenaars ontbreke. Ikzelf, op mijne beurt het woord
nemend, zal mijne hand leggen op uw omgehouwen stam, en
met indrukwekkende plegtigheid, met tooneelmatige opge
wondenheid bijna: Rust zacht, zal ik zeggen, o gij ruischende
zoon van het westen, bezielde zanger, ootmoedig belijder,
weemoedig strijder, geduldig lijder, getrouwe getuige der
natureerende natuurEn alle natuurdienaars om mij henen, de
gansche schaar der pantheïsten en bouddhisten, een ieder zal
getroffen wezen door mijne bedrevenheid in de allitératie. On-
ingewijden zullen tot dit begrafenisfeest niet worden toege
laten, tenzij als stomme toeschouwers. Niet slechts bedelaars
en rijfelaars, gelijk meestal op de dorpskermissen, maar ook en
inzonderheid alle niet-bouddhistische letterkundigen en dich
ters, zullen met de meeste zorg van deze plegtigheid worden ge
weerd. Aan niemand hunner zal de gelegenheid tot spreken
of aangeboden of gelaten worden. Daarentegen zal er een
stenograaf aanwezig en in werking zijn. Deze zal al onze
- 5i -