- 34 - werd uitgenodigd, om een vriendschappelijke wedstrijd te komen spelen. Niemand twijfelde eraan, dat het alleen om Mannus ging. Die wilde men in het Oosten nu toch ook wel eens zien spelen. Het elftal werd bijzonder gastvrij ontvangen, te gastvrij misschien door een copieuze lunch vlak voor de wed strijd. En het resultaat was, dat de tien spelers, die met Man nus de ploeg completeerden, niet bepaald hun beste spel ver toonden en dat Mannus zelf ook onder de maat bleef. Waar door de opzet geen succes werd. Een ander maal, ook omstreeks die tijd, moest de H.F.C. naar Maastricht voor een bekerwedstrijd tegen M.V.V. Dat was nog, toen de bekende liedjeszangers Solser en Hesse tri omfen oogstten. Hun optreden in een stad werd dan aange kondigd met brede stroken op muren en schuttingen: Solser en Hesse komen. Toen de H.F.C.-ploeg het station Maastricht uitkwam, om naar het terrein te gaan, werd zij verrast met de aanblik van soortgelijke stroken met de woorden „Mannus c.s. komenDit was voor ons, de tien overige spelers, een goede les in bescheidenheid, voor Mannus was het het begin van het verdragen van een spotternij, die nog weken zou duren en waarom hij zelf het hardst lachte. Want Mannus Frangken was niet alleen een bijzonder goed voetballer, hij was ook een waarlijk bescheiden speler, met een onverwoestbare liefde voor zijn club en volkomen vrij van de, mag ik zeggen, prima donna allures, die sommige uitblinkers van het heden eigen schijnen te zijn. Natuurlijk vond hij het niet onaardig, wanneer hij, door Haarlem's straten lopende, I werd aangewezen als: daar heb je Mannus, maar in zijn club was hij en bleef hij door al het eerbetoon heen, de rustige, een voudige speler zonder kuren, die geen week de nog lang niet zo wetenschappelijk als nu uitgedachte oefeningen oversloeg, die zijn vaardigheid op peil moesten houden en zo mogelijk nog vergroten. Mannus was klein van stuk, maar dat deerde hem niet. Hij sprong eenvoudig wat hoger dan de ander om te koppen, hij be woog zijn benen wat sneller om net iets eerder bij de bal te zijn. Zijn stijl was van eigen vinding en meer een aangeboren ma nier, die door oefening ontwikkeld was. Hij bracht de tegen stander tot wanhoop door telkens weer een aankomende bal van hem weg te snoepen en door zijn volkomen onbereken baarheid; voor noch na hem is er stellig ooit een tweede ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1948 | | pagina 66