HET HUIS SPAARNE 17 De wandelaar die zich in Haarlem van de Grote Markt door de Damstraat naar het Spaarne begeeft, ziet als hij daar aan gekomen is aan de overkant van het water een groot gebouw voor zich, dat zich als een paleis te midden van een eenvou diger bebouwing verheft. In zijn 'Oude Gebouwen in Haarlem' beschrijft J. A. G. van der Steur1 het als volgt: 'Deftig hee renhuis, met voorgebouwd middengedeelte. Sokkel van hard steen-blokken, waarboven de ramen der eerste verdieping ge dekt met lijst. De ramen der tweede verdieping steunen op doorgaanden cordonband. Het geheel eindigende in kroonlijst met attiek.' Het is het gebouw Spaarne 17, zetel van de Hol- landsche Maatschappij der Wetenschappen. De Haarlemse 'man in the street' weet over het algemeen niet recht raad met dit huis, dat in zijn uiterlijk zo weinig zijn functie verraadt. Als men hem vraagt wat dat eigenlijk voor een gebouw is zal hij meestal het antwoord schuldig blijven, of zeggen dat het 'iets van Teyler' is, waaruit nog eens blijkt dat Teyler's Stichting door haar Museum en Hofje begrijpelij kerwijs een diepere indruk op de Haarlemse volksziel gemaakt heeft dan de daartoe wel wat te academische Maatschappij. Iets dichter bij de waarheid is de man die u zegt dat het 'het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen' is. Maar helemaal aan het rechte eind heeft hij het toch ook niet. Zoals het meer gaat met dergelijke opvallende gebouwen, die door hun uiterlijk tot de verbeelding van het grote publiek spreken, is ook dit gebouw 'Sagen-umwoben'. Toen ik eens voor het huis stond, werd ik aangesproken door een oude wan delaar, die blijkbaar behoefte voelde zijn wandeling even door een praatje te onderbreken, en mij vroeg of ik wel wist voor wat voor gebouw ik stond. Op mijn ontkennend antwoord zei hij: 'Dat noemen wij oude Haarlemmers hfet Stuivertjeshuis.' Toen ik hem vroeg hoe het huis aan die vreemde naam kwam, vertelde hij mij dat het gebouwd was van de stuivertjes, die Teyler en zijn vrouw tijdens hun leven terzijde gelegd had den. Hoeveel zakken stuivertjes dit zuinige echtpaar daarvoor wel opzijde gelegd moest hebben was iets wat de oude baas CO J- A. G. van der Steur, Oude Gebouwen in Haarlem. Uitgave Vereeniging Haerlem', 1907.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1948 | | pagina 73