- 43
den goed beheerd. Toen Keetje op 2 Maart 1791 brieven van
venia aetatis gekregen had van de Heren Staten van Holland
en Westvriesland en daarmee meerderj'arig geworden was,
vond op 16 April van dat jaar de afrekening plaats voor No
taris Fröichen. De balans van het toen door haar ontvangen
vermogen bedroeg:
Erfenis van wijlen mijn Vader Al-
Accres van het Capitaal gedurende
de Administratie f 338.824, 3 st., 4'p.
Totaal 1.343.271, 3st-> 4 P-
Bovendien werd haar op 25 April d.o.v. nog haar aandeel
uitbetaald in de erfenis van haar tante Maria Hoofman van
Diepenbroek-van der Graas, die op 12 Februari 1780 kin
derloos was overleden. Dit legaat bedroeg nog eens f 615.123,
2 st., 8 p., zodat haar gehele fortuin 1.958.394, 5 st., 12 p.
bedroeg. Inderdaad een zeer aanzienlijk vermogen voor een
jong meisje, ongeveer overeenkomend met een vijftien millioen
in ons tegenwoordig geld! Zij was nu meerderjarig, en vrij om
te doen met haar geld wat zij wilde. En wat zij wilde was:
houwen. En wat zij bouwde was: het huis Spaarne 17.
Wat kan dit amper meerderjarige meisje bezield hebben,
toen zij besloot, voor haar eentje zo'n kast van een huis te
zetten, na het Paviljoen van Hope het grootste particuliere huis
van Haarlem? Het geld was er; daarvan niet. Maar zou zij
nooit eens aan de mogelijkheid van een huwelijk gedacht heb
ben, misschien met een man die elders woonde of wonen wilde?
Zij zag er niet onaantrekkelijk uit, te oordelen naar een pastel
portret dat de bekende schilder Ch. H. Hodges van haar
maakte, thans in het bezit van de familie van Styrum in Haar
lem, en waarvan een waarschijnlijk onvoltooid duplicaat aan
wezig is in het gebouw van de Hollandsche Maatschappij. Zou
misschien het droevige lot van haar moeder en zuster, die bei
den in het kraambed stierven, haar van een huwelijk en zijn
gevolgen hebben afgeschrikt? Verder: de tijden waren niet
BERTUS HoDSHON 893.804, 12 St., 8 p.
Aandeel van het Separaat Capitaal
van de kinderen van Alb. Hods-
hon110.642, 2 st., 12 p.