jarige achternichtje en petekind van de bouwster, Cornelia
Catharina van Styrum1, naar blijkt uit een aan de cour inge
metselde steen.
Het voltooide huis bestond, afgezien van de keukenafdeling,
de kelders, een zolder over het gehele pand en een aantal
dienstbodenvertrekken uit een 19-tal grotere en kleinere woon
kamers, gerangschikt in een voorgebouw aan het Spaarne en
twee loodrecht daarop staande zijvleugels, die een vierkante
cour aan de Achterstraat omgaven. Deze Achterstraat, of
Spaarnwouderstraat als zij nu heet, was destijds een aanzien
lijker straat dan tegenwoordig, daar zij de ingang vormde van
de stad voor wie per trekschuit of voertuig uit Amsterdam in
Haarlem aankwam. Er waren toen ook verschillende logemen
ten in te vinden. De cour opende met een groot hek naar die
Achterstraat, zoodat men met paard en rijtuig kon binnen
rijden. Vooral de kamers op de eerste verdieping waren van
grote afmetingen en fraai versierd met gebeeldhouwde mar
meren of geschilderde schoorsteenmantels, fraai stuc- en hout
snijwerk, reliëfs, enz. In de middenkamer zijn nog de restanten
van de oorspronkelijke zijden behangsels bewaard gebleven.
Het z.g. blauwe zaaltje aan de achterzijde is met zijn fijn stuc
werk op blauwe grond, medaillons en reliefs een juweeltje van
de z.g. Wedgwood-stijl, terwijl een der kamers aan de voor
zijde met allerlei schilderwerk in Pompejaanse stijl versierd is.
De in de loop der tijden paars geworden ruiten van de voor
zijde onderstrepen nog eens de bouwtijd toen, tussen 1780
en 1800, een fout in de samenstelling van het Boheemse glas
veroorzaakte dat de ruiten onder invloed van het licht lang
zamerhand de thans zoo gewaardeerde paarse kleur aan
namen'.
Wat het huis gekost mag hebben? Op deze vraag moeten wij
(1) Cornelia Catharina van Styrum (1790-1879) was de dochter van
Mr Jan van Styrum en Johanna Anna van Vollenhoven, die zelf een
dochter was van Jan van Vollenhoven en Helena Hodshon, zuster van
Albertus HodshonMevrouw van Styrum en Keetje Hodshon waren dus
germain-nichtjes. Cornelia Catharina van Styrum huwde in 1812 te
Nantes, waar haar vader enige tijd prefect was, met Prosper Isidore
Tampon de Lajariette.
(2) Een eigenaardigheid van het huis is nog, dat het niet in de rooilijn
staat, maar naar de Zuidzijde een vijftal meters naar achteren uitwijkt.
Dit is waarschijnlijk gedaan om het geren van de kamers te voorkomen.
Of men tegenwoordig nog zoo vrij met de rooilijn zou mogen omspringen
lijkt twijfelachtig.