- 68 -
jaar verkopen aan Mevrouw de Weduwe Willem BoRSKir
geboren Johanna Jacoba van de Velde (1764-1846), eige
nares van het landgoed: 'Elswout'. Wat zich nog in het huis
bevond aan meubelen, en verder de tuinsieraden, gereedschap
pen, bloemen in potten, het rijtuig en het paard van den heer
Atkinson, zijn kort daarop ter plaatse geveild, zoals bedongen
was. In de veilconditiën wordt o.m. gezegd: 'Het voorschreven
perceel (i.e. Duinlust) wordt verkocht met zodanige (enz.)
overpaden (enz.), als hetzelve perceel is hebbende.' En nu had
het inderdaad een overpad, het z.g. Voetpad naar de Witte
Blink, achter Kraantje Lek, dat vandaar liep naar de Frikka-
dellen Buurt of Duvelshoek4 te Overveen, dwars door de
buitenplaats: Vaart-en-Duin', en langs de Brouwerskolk-
berg.
Voorzichtig begint Mevrouw Borski in deze zaak, in 1829,
den Haarlemsen landmeter Hendrik van Zutphen5 eens te
polsen, die ambtshalve inlichtingen kan inwinnen, om haar
die vertrouwelijk te verstrekken. Van Zutphen heeft zijn be
vindingen in een zeer uitvoerige brief van 26 Maart 1829 neer
gelegd; hij heeft ontdekt, dat de eenentachtigjarige Marga-
retha Jacoba Warin, weduwe van den Amsterdamsen sche
pen Mr Jacob Hooft, die ook dat pad op haar buiten: 'Vaart
en-Duin' moet dulden, het het vorige jaar op haar grond met
duindoorns heeft dichtgeplant. Van die zijde is dus geen gevaar
te duchten. Dan gaat hij nog eens op kondschap uit bij Jhr
Druyvesteyn. Deze vertelt hem, dat zijn rechtsopvolger:
Atkinson, het eerst aanleiding heeft gegeven tot het afsluiten
van het pad; hij had er nl. een hekje op gemaakt, dat niet al
te gemakkelijk open en dicht ging, en dit na enige jaren geheel
dichtgepoot. En tenslotte weet Van Zutphen zelf te verklaren:
'Onze vorige Gouverneur, van Tets van Goudriaan, heeft
meer dan eens voor dit Hekje geweest, maar hetzelve gesloten
gevonden hebbende, is weder te rug gegaan.' En als man van
levenservaring eindigt hij zijn epistel met de woorden: 'Zo
raade ik U Wel Edele, om er met niemand verder over te
spreeken want het Spreekwoord zegt niet ten onregte van
praten komt praten, en geeft dan welligt aanleiding dat UWel
Ed: den otweg over Duinlust zoude moeten openen. - doch in
alles doet UWEL-Ed: volkomen UWEL-ED: zin, het is maar
een voorstel dat ik UWEL-Ed. doe.' Het voorstel is geaccep
teerd en na verloop van tijd is het voetpad naar de Witte Blink