oit - 2 -
Gracht 91 heeft hij al zijn levensjaren daarin doorgebracht,
die hem het genot gaven van zijn gelukkig leven, doordat er
een sfeer werd geschapen, die overeenkwam met zijn belang
stelling voor culturele zaken en van een intimiteit van zeer
bijzondere waarde. Deze harmonie in zijn huis was ondenk
baar zonder zijn gelukkig huwelijksleven, want aan zijn
vrouw, die bijna een halve eeuw zijn leven deelde, was het
voornamelijk te danken, dat hij in zijn huis een interieur vond,
dat het geheim was van zijn levensenergie en levensblijheid,
die hij mocht bezitten. Haar leven was met het zijne een een
heid geworden en wat zijn vrouw voor hem betekende blijkt
wel uit een brief, dien hij mij in 1944 deed toekomen en die de
volgende ontboezeming inhoudt: 'Mijn vrouw is het, die mij
gemaakt heeft wat ik geworden ben. Zij was het, die door haar
persoon die intieme sfeer in onze woning heeft geschapen,
welke de vriendenschaar tot ons deed komen.'
Tadema bezat de gave van gevatheid en woordspelingen en zij n
j eux de mots waren spreekwoordelij k. Hij belichtte de toestanden
met een enkel woord en zijn merkwaardig geheugen uitte zich in
zijn boek 'Jeugdherinneringen'waarvan kort voor zij n dood de
tweede uitgave door de Vereniging Haerlem werd verzorgd.
Doch zijn zorg ging niet alleen uit naar de merkwaardige
monumenten der vroegere jaren, maar ook de natuur en de
vogels hadden zijn volle belangstelling en zijn fijn gevoel voor
kunst uitte zich mede in de muziek en talloze grote musici be
hoorden tot zijn intieme vrienden, die in zijn huis de atmos
feer vonden, waarin de weergave der muziek tot haar volle
recht kwam. Carl Flesch, Casadesus, Pablo Casals, Jac.
Thibaud e.a. behoorden, als zij in ons land kwamen, tot zijn
welkome gasten, doch niet alleen zij, doch ook zijn talloze
andere vrienden koesterden voor hem een grote genegenheid
en hij gaf hun steun door zijn hartelijke vriendschap.
Wij willen hem herdenken als een zeer bijzondere persoon
lijkheid, die onvervangbaar is en een leegte achterlaat in zijn
groten vriendenkring, die vervuld is met weemoed bij zijn
verscheiden en van dankbaarheid voor hetgeen hij gegeven
heeft in zijn rijk en harmonieus leven. Het heengaan van
Jan Tadema op 29 Mei 1949 heeft velen geroerd en wordt
door tallozen diep gevoeld als een groot leed en gemis, zowel
persoonlijk als voor de stad Haarlem.
P. G. van Tienhoven