de school, die hij met inzet van zijn gehele persoonlijkheid tot zo grote bloei had gebracht, steeds meer in verval geraakte. Met ingang van i November 1935 werd hem, bij het be reiken van de pensioengerechtigde leeftijd, eervol ontslag ver leend onder dankbetuiging voor de langdurige en goede dien sten aan het Haarlemse onderwijs bewezen. Het volgende jaar werd de eens zo bloeiende school op geheven. Tot 1 Januari 1941 maakte de heer Kingma met Mr A. Bruch, Dr C. Spoelder en anderen deel uit van de Commissie van advies inzake gemeentelijke studiebeurzen. In Augustus 1947 bezocht hij met zijn Vrouw nog eens zijn geboorteplaats. Hij keerde ziek terug en na geruime tijd thuis te zijn verpleegd, volgde opname in een ziekenhuis. Hier over leed hij op 20 April 1949. Met hem is heengegaan een man, die de raadsman is ge weest van velen, een krachtige steun voor wie zijn hulp nodig hadden, een toegewijd vriend voor wie het voorrecht hadden tot zijn vriendenkring te behoren. Op 25 April heeft een kleine schare van familieleden, vrien den en oud-leerlingen hem naar zijn laatste rustplaats op Westerveld uitgeleide gedaan. In zijn dankwoord herinnerde de zoon aan de zo toepasse lijke troostwoorden van Vondel: Men klaeght, indien de kiele strand, Maer niet, wanneer se, rijk gelaên, Uyt den verbolgen Oceaan In een behoude haven land. J. Kramer - 24 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1949 | | pagina 46