De zwarte wereldcrisis was in October 1929 opgestoken en
liet zich in 1931 ook in ons land gelden.
Zware eisen werden gesteld aan de afdeling Maatschappelijk
Hulpbetoon en Werkloosheidszorg, vooral tijdens de periode,
waarin een geklompt Gemeenteraadslid telkens het college
van B. en W. op het lijf sprong'met de stereotype vraag-
formule: 'Is het B. en W. bekend, datVan Liemts bur
gerdeugd en practisch sociaal gevoel wisten de moeilijkheden
vaak meesterlijk te overwinnen.
Bewonderenswaardig was de tegemoetkomende bereidheid,
waarmede hij ieder te woord stond op zijn spreekuur: werk
verschaffing, werkverruiming, vakopleiding voor jeugdige
werklozen, herscholing van oudere werklozen, armenzorg enz.
vonden in hem steeds een hartelijk pleitbezorger.
Toen burgemeester C. Maarschalk op 12 Juni 1937 af
scheid nam van de Raad, werd wethouder van Liemt loco
burgemeester; tot de komst van Dr J. E. Baron de Vos van
Steenwijk (16 November 1937) droeg hij met gerechtvaar
digde voldoening het ereteken van de hoogste magistraat van
zijn dierbaar Haarlem.
Wanneer hij, later, op zijn levensavond rustig in zijn praat
stoel zat, keerden tijden en belevenissen van zijn loco-burge
meesterschap het liefst en het gulst in zijn herinnering terug;
in smakelijke vertellingen bewees Van Liemt, dat oude koeien
vaak bijzonder interessante dieren kunnen zijn.
Tot 5 Januari 1932 was Van Liemt voorzitter van de Kamer
van Koophandel, afd. Klein Bedrijf, terwijl hij de eerste voor
zitter werd van het luidruchtig uitgroeiend 'Haarlems Bloei'.
Buiten het Prinsenhof vervulde Van Liemt vele functies van
sociaal-charitatieve aard. Te noemen zijn het voorzitterschap
van de R.K. Vereniging voor het Gezin, het vice-voorzitter-
schap van het Wit Gele Kruis en van de Vereniging tot be
vordering van R.K. bijzonder onderwijs aan zwakzinnigen.
In 1941 trok Willem van Liemt zich terug uit de politieke
arena: zijn belangstelling voor stad en burgerij bleef onver
flauwd voortduren.
Al nam zijn gezondheid gaandeweg af en al werden zijn ogen
steeds zwakker, toch kon men hem dagelijks zien wandelen
in Haarlems straten, steunende op de arm van zijn vrouw-
Op Maandagochtend 22 Augustus 1949 overleed hij in zijn
woning op het Lorentzplein.