- '37 -
man van karakter, met alle eigenschappen in die drie woorden
vervat.
Ook de Directeur der school, de heer K. Gorter, die lange
tijd met hem als collega heeft samengewerkt, gaf in zijn gevoel
volle rede bij de baar blijk hem naar zijn volle waarde te
schatten: beschaafdbescheiden, rechtvaardig en scherpzinnig'
En de leerlingen? - De minder vlijtigen vonden hem 'soms
wel eens wat al te ernstig', de allerluchthartigsten zelfs 'nogal
streng', wat wel niemand zal verwonderen, terwijl de meer
doelbewusten zonder uitzondering zijn lessen zeer op prijs
stelden. Het heeft mij deze laatste maanden vaak getroffen,
hoevelen van dit meer serieuze type van leerlingen en oud
leerlingen, van wie een aantal reeds een vooraanstaande positie
in de maatschappij bekleden, hem erkentelijk zijn voor wat hij
voor hen als leraar is geweest.
Nog van een geheel andere zijde werd dc persoonlijkheid
van de Overledene belicht in de rede van Ds Leendertz aan
de groeve, waar deze onder meer, met zoveel waardering
sprak over hetgeen Rijnders voor de Doopsgezinde Gemeente
heeft gedaan en waaruit bleek, dat hij meer dan dertig jaar
lang zijn vrije tijd grotendeels, en geheel belangeloos, aan
kerkelijke en maatschappelijke arbeid heeft besteed.
'Geen man van woorden, maar van daden', noemde de wel
eerwaarde spreker hem, en te recht!
Onderstaand lijstje zal dit ongetwijfeld bevestigen: Sedert
1919 was Van den Heuvel Rijnders lid van de Kerkeraad
der Doopsgezinde Gemeente; hij was regent van het Doops
gezinde Kinderhuis, regent van het Wijnbergshofje, lid van
het Doopsgezinde Schoolbestuur, en penningmeester van de
Doopsgezinde Ziekenverpleging.
Voegen wij hier nog aan toe, dat hij tevens enige jaren lid is
geweest van het hoofdbestuur der A.V.M.O. (de 'Algemene
Vereniging van Leraren bij het Middelbaar Onderwijs'), een
tijdlang voorzitter der 'Plaatselijke Afdeling' van genoemde
vereniging, en een aantal jaren redacteur van het 'Weekblad
voor Leraren bij het Middelbaar en Gymnasiaal Onderwijs',
dan zal ieder erkennen, dat hij een welbesteed leven achter de
rug heeft, waarop zijn nagelaten betrekkingen met recht trots
kunnen zijn.
D. Hulshoff