(I757~I^4°) ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan
in 1803 voorgedragen, het tweede eveneens door hem bij het
gouden jubileum in 1828. Bij deze laatste gelegenheid werd
het eerste gedicht, enigszins gewijzigd, herdrukt en van uit
voerige toelichtingen in noten voorzien, die ons een inzicht
geven in de leefwijze en de mentaliteit der leden van die tijd,
en allerlei bijzonderheden ove,r hun persoonlijkheden behelzen.
Op deze spaarzame gegevens zijn de volgende mededelingen
gegrond.
Het initiatief tot het oprichten van een leesgezelschap
'om binnen deze veste een maatschappij te stichten
om onderling 't verstand door lezen te verlichten'
werd genomen door G. C. G. Vatebender, praeceptor aan de
latijnse school te Haarlem. Reeds het volgende jaar tot rector
te Gouda benoemd, kon hij slechts één jaar het gezelschap als
directeur leiden. Hij vond vijf'anderen bereid met hem het
gezelschap op te richten, onder wie de toen twintigjarige Van
Varelen, de latere gelegenheidsdichter.
Het zestal werd in vijfjaar tijds tot zestien leden uitgebreid.
Dit schijnt het normale aantal te zijn geweest, dat tegelijk lid was.
Vermoedelijk werden de leden van lectuur voorzien door
rondzending bij de leden aan huis. Van de aard dezer boeken
wordt in de gedichten niets gezegd. Slechts één titel: Bauer,
Levens der Pausen, wordt terloops vermeld wegens de koffie-
vlekken, door de dochter van een der leden daarop gemorst,
'waardoor het zoo bevlekt en bespat wierd, dat de maatschappij
dien heer veroordeelde in de betaling van twee stuivers voor
elke vlek'. Hij kocht de boete af met een 'eenvoudig, maar gul'
onthaal te zijnen huize. Na de maaltijd 'wenschte iedereen
dat de gastheer nimmer in het hoofd mogt krijgen om eene
nette vergelijking te maken tusschen de geldswaarde van al
het nat en droog, hetgeen te zijnen koste niet onbekrompen
was gebruikt geworden en wat het bedrag zoude geweest zijn,
indien hij maar stil voor de vlekken met dubbeltjes had be
taald.' Als tegenprestatie kochten de leden voor eigen rekening
een nieuw exemplaar ter vervanging van het beschadigde. Uit
de vermelde titel blijkt intussen wel dat de lectuur een degelijk
karakter had.