De stichting had dan plaats op i Augustus 1777 waarbij Vatebender een rede hield 'over den aard en de wijze van nuttig lezen en over eene goede keuze van boeken'. Na zijn vertrek naar Gouda in het volgend jaar werd hij als directeur opgevolgd door Bruinier. Toen deze zich voor deze taak be schikbaar had gesteld waren zijn medeleden zó verheugd, als een boer die door de destijds beroemde tandmeester Joseph Lehman van zijn kiespijn bevrijd was. Deze hield elke Don derdag in de Leeuwerik in de Kruisstraat zitting, 'ter mond- schouwing en ontruiming van alle bedorven of pijnveroor- zakende kiezen en tanden, schoon hij ook wel zijne kunst in 't openbaar oefende, zijnde omhangen met eene band van aan elkander geregen kiezen en tanden, zittende op een tweewield rijtuig'. Reeds na twee jaar overleed Bruinier. Deze werd vervangen door Van Haffen, na wiens overlijden in 1792 Canter Ca- merling zijn plaats innam. Serrurier bekleedde het direc teurschap tijdens het gouden jubileum. Het gezelschap had geen bepaalde naam, maar was, naar het gebruik dier dagen, bekend onder de eerste woorden van zijn zinspreuk: "t Gaat vast'. De zinspreuk luidde: 't Gaat vast, dat lezen voordeel geeft, Wanneer 't een nuttig doelwit heeft en werd in 1828 gewijzigd in: 't Gaat vast, dat lezen voordeel geeft, Als 't invloed ter beschaving heeft. De contributie bedroeg 6 stuivers per maand, later verhoogd tot 12 stuivers, en eindelijk tot één gulden. De verzen maken slechts een enkele toespeling op de politieke toestanden. Dat het gezelschap geen zuivere Kezensociëteit of Oranjeclub was, is af te leiden uit Van Varelen's verzuchting, dat, tijdens het directoraat van Van Haffen, 'tot ons leed, het uur Van haat en burgertwist in Neêrland wierd geboren. Maar 'k zwijg hoe ook onze eendrachtsband

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1949 | | pagina 72