- 54 -
haven: want de ondervinding eener naburige natie heeft, bij
grootere legers, het tegendeel ten klaarste bewezen
Wij mogen wellicht glimlachen om de pathetische stijl van
deze brief, maar doet de warme menselijkheid en de oprechte
verontwaardiging, die ons uit dit schrijven tegenstraalt ons niet
goed? Of de ondernomen stap nog practische resultaten heeft
gehad is mij uit de notulenboeken niet gebleken.
Enige maanden later kwam het verschaffen van arbeid aan
de gevangenen en het geven van onderwijs aan hen ter sprake.
In de notulen van 29 December 1826 lezen wij daaromtrent:
'Gelezen eene missive van het Hoofdbestuur d.d. 3 November
1826 over het verschaffen van arbeid aan gevangenen, wordt
goedgevonden te antwoorden, dat zulks alhier niet uitvoerlijk
is, doch dat de afdeeling gaarne het nettenbreijen, 't welk door
eenen enkelen gevangene gedaan wordt, meer en meer wil
aanmoedigen, en ook genegen is het spinnen van vlasgaren te
beproeven, zoodra er geschikte voorwerpen daartoe in de ge
vangenis alhier mogten aanwezig zijn. Op voorstel van de heer
v. d. WitLiGEN wordt goedgevonden voortaan aan de gevange
nen, welke alhier eenigen tijd moeten verblijven, bij derzelver
aankomste te vragen of zij kunnen lezen en schrijven en zoo
ja hen van eene doelmatige lektuur te voorzien, zoo neen hen
eenig onderrigt daarin te doen geven.'
Behalve de hierboven genoemde zorg voor de gevangenen,
hield de afdeling zich natuurlijk ook bezig met de nazorg
voor de ontslagen gevangenen. Deze nazorg bestond uit het
zoeken van werk en zo nodig hét verlenen van enige onder
steuning.
Veel te doen viel er overigens voor de afdeling de eerste
jaren niet. Veelal werd slechts eenmaal per jaar vergaderd en
dikwijls werd zelfs een jaar overgeslagen, omdat er niets te
doen viel. Dit blijkt ook wel uit de voor onderstand uitge
geven bedragen. In 1833 bedroegen de uitgaven voor admini
stratiekosten en ondersteuning 45,70, welk bedrag in 1834
zelfs daalde tot f 34,80.
Een merkwaardige en zeer practische wijze van ondersteu
ning treffen wij vermeld in de notulen van 16 Januari 1835,
waarin wij lezen: 'Wordt goedgevonden aan den loodgieter
Dingemans f 25,— te verstrekken, ter tegemoetkoming in zijne
weldadige oogmerken ten aanzien van den ontslagenen J.
H waardoor deze man, die zich bij voortduring uitstekend