jaar bedroegen deze aantallen 36 mannen en 13 vrouwen. De notulen van 12 Januari 1854 vermelden omtrent hen, dat bijna de helft dezer gevangenen noch lezen noch schrijven kon toen zij in de gevangenis kwamen. Het godsdienstonderwijs werd reeds geruime tijd door het Rijk verzorgd. Hiermede had de afdeling dus geen bemoeienis meer. Deelden wij hierboven mede, dat de gevangenen des avonds in het donker zaten, in 1855 kwam hierin, wat de vrouwen betreft, verbetering. In de notulen van 29 Januari 1856 lezen wij: 'Nog moeten wij vermelden, dat door een gun stige beschikking van HH. Regenten van dit Huis des avonds licht wordt verstrekt aan de vrouwen, die zoo doende kunnen blijven breijen en ten minste voor hen de anders zoo lange winternachten merkbaar verkort worden. Wij meenen ons eenigszins te mogen vlijen dat over het algemeen de verlichting in dit Huis eerlang verbetering zal ondergaan.' De in 1851 ondernomen poging om vrouwen in te schakelen in het reclasseringswerk had blijkbaar geen succes gehad. Eerst in 1857 werd onder drang van de Minister van Justitie een damesvereniging opgericht. De notulen van 14 November 1856 houden toch dienaangaande in: 'De heer Hinlopen be- rigt in zijn betrekking als lid van het Bestuur een bezoek te hebben ontvangen van den Inspecteur der Gevangenissen, die hem mededeelde, dat het een uitdrukkelijk verlangen is van den Minister van Justitie dat er zoo veel mogelijk in iedere gevangenis een Dames Vereeniging besta om de vrouwelijke veroordeelden op te zoeken, toe te spreken enz.' Hieraan werd gevolg gegeven en op 2 Februari 1857 werd het reglement van de Damesvereniging door het bestuur van de afdeling vast gesteld. Omtrent het werk in de gevangenis delen de notulen van 12 Januari 1857 nog mede: 'De mannelijke veroordeelden worden met spinarbeid bezig gehouden, ook het meerendeel der gevangene militairen en enkele gearresteerde burgers, voor zooverre dat door deze beide laatsten werd verlangd, terwijl de wakkere en verdienstelijke Directeur N. W. Leeflang, tot aanmoediging voor goed gedrag en ijver van afval van ruwe zijde, uit de fabriek van de Heeren Travaglino alhier, met goed gevolg voor die Heeren, uitmuntende zijde garen heeft doen spinnen, hetgeen eenig voordeel voor de veroordeelden, die zich daarmede bezighielden, boven den gewonen arbeid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1949 | | pagina 95