DUINLUST
Van de duinvlakte ten Noordoosten van Kraantje Lek had,
in 1783, de weinig bemiddelde landman: Jan Gijsen Middel
koop twee morgen in erfpacht gekregen, 'geleegen agter Over-
veen, teegens het hooge Voorduyn omtrent de Brouwerskolk',
en hij had dit terrein 'in kleine gedeelten, tot bezorging tegen
verstuiving, met wallen afgedeeld, en tot bekoming van luwte
met haagen doorsneeden, met dat gevolg, dat op een gedeelte
schoone Rog geteeld wordt, terwijl een ander gedeelte aller-
voordeeligst tot tuin- en boomgaard is aangelegd. Hij heeft een
goed huis tot zijne Wooning op dien grond gezet, en slaagt zo
wel in zijne onderneming, dat hij twee Jaaren geleeden (1796)
voor zijn gehuwden Zoon een huis nevens het Zijne heeft doen
bouwen'.1 Zestien jaar later (7 Nov. 1799) geeft Hendrik
Storm, als rentmeester en gemachtigde van de Erven van
wijlen Mr Jacob Boreel,, van Elswout, ruim anderhalve
morgen duingrond, Oostelijk naast Gijsens' grond gelegen, in
erfpacht uit aan Jan Willem Druyvesteyn (overl. 1806),
wonende te Haarlem op de Nieuwe Gracht, Wijk 6, nr. 248.
De oudste zijner twaalf kinderen, Jhf2 Jan Willem, 'griffier van
het Vredegeregt van het canton Bloemendaal', gehuwd met
Anna Maria de Bruyn Kops, die in 1811 deze gronden van
zijn moeder: Cornelia Druyvesteyn, geb. Reessen, in eigen
dom had gekregen, heeft in 1814 en in 1821 van de erfgenamen
van Jan Gijsen diens erfpachtsgronden en woningen overge
nomen, om vervolgens een en ander tot een buitenverblijf aan
te leggen en er een huis op te stichten. Reeds op 5 Juni 1821
verkoopt Jhr Druyvesteyn de plaats, door hem 'Duynlust'
genoemd, aan Thomas Atkinson,3 wonende te Amsterdam op
de Keizersgracht nr. 47, bij de Amstel. De stichter van het
buiten had, vlak bij Kraantje Lek, er een vinkenbaan op doen
aanleggen, en de koopacte van 1821 vermeldt uitdrukkelijk,
dat het vinkenhuis in de koop zal zijn begrepen. De ongunstige
ligging van deze baan zal wel oorzaak zijn geweest, dat er al
tegen 1830 slechts een enkel met iepen begroeid aarden wal
letje van over was.
Thomas Atkinson overleed ongehuwd te Chelsea (Enge
land) op 3 December 1827, en Duinlust ging bij versterf over
op zijn broers en zusters, die het op 28 April van het volgend