7 zich echter aan zijn nieuwe taak en wist zich spoedig geheel aan te passen bij de Noordhollandse mentaliteit. In 19' werd hij bevorderd tot commies, en spoedig daarop (m 1923) volgde zijn benoeming tot hoofdcommies-chartermeester. Toen Thr Mr B. M. de Jonge van Ellemeet, de toenmalige Rijksarchivaris, zijn standplaats Haarlem verliet wegens zijn benoeming te Utrecht, werd Baart de la Faille als waar- nemend Rijksarchivaris met de leiding van het Rijksarchief belast, totdat met ingang van 1 Januari 1938 pijn benoeming tot Rijksarchivaris volgde. Het is te betreuren, dat hij er zo weinig toe gekomen is om de resultaten van zijn werk in publicaties vast te leggen. In het Archievenblad vindt men enkele bijdragen van hem betreffende de cartografie, en in het Jaarboek van de Ver eniging Haerlem verscheen slechts één artikel van zijn hand. De familie heeft echter alle nagelaten aantekeningen wel willend ter beschikking van het Rijksarchief gesteld, zodat de vruchten van zijn arbeid voor het nageslacht bewaard blijven. Mr J. W. Groesbeek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1950 | | pagina 19